Nieuws

Publicatie: 18 februari 2019

Door:


Het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft een position paper gepubliceerd, met standpunten ten aanzien van de raadpleging door de Europese Commissie, die dient als input voor de evaluatie van de Europese Kaderichtlijn Water (KRW), de daarmee samenhangende grondwaterrichtlijn en richtlijn milieukwaliteitsnormen, en de overstromingsrichtlijn.

Openbare raadpleging

De Kaderrichtlijn Water (2000/60/EC) is het meest uitgebreide instrument van het EU-waterbeleid en het voornaamste doel ervan is de watervoorraden en de waterkwaliteit van de EU te beschermen en te verbeteren. Ook beschermt de Kaderrichtlijn Water (KRW) de EU-lidstaten voor de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte. De KRW verplicht de lidstaten duurzaam met water om te springen. Hiervoor moeten ze beheerplannen opstellen per stroomgebied.
De openbare raadpleging evalueert de Kaderrichtlijn Water, de richtlijn grondwater, de richtlijn milieukwaliteitsnormen en de overstromingsrichtlijn. Het doel van de evaluatie is om te kijken naar de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang en EU-waarde van de richtlijnen. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden om de regelgeving te vereenvoudigen en de administratieve lasten te verlichten.
De openbare raadpleging ‘Fitness Check of the Water Framework Directive and the Floods Directive’ loopt van 17 september 2018 t/m 4 maart 2019.

Standpunten provincies

In het position paper ‘IPO Position Paper – EU-waterrichtlijnen’ geven de provincies aan dat de Kaderrichtlijn Water en andere Europese wetgeving en beleid beter op elkaar afgestemd dienen te worden. Het betreft in het bijzonder de afstemming met het toelatingsbeleid voor medicijnen en gewasbeschermingsmiddelen, de nitraatrichtlijn, Natura 2000, het gemeenschappelijke landbouwbeleid, en de drinkwaterrichtlijn. Daarnaast is een betere synchronisatie tussen planperiodes van verschillende richtlijnen gewenst.
Ook wordt er in de position paper aangegeven dat de provincies zich zorgen maken over de methode waarmee de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen in grondwaterlichamen wordt getoetst. Momenteel gebeurt dit per individuele stof (norm 0,1 μg/l) en aan de som van alle stoffen  (0,5 μg/l). Omdat steeds een andere stof boven de norm wordt aangetoond, maar de totale concentratie meestal onder 0,5 μg/l ligt, blijft het grondwaterlichaam in goede toestand (≤ 20 % overschrijding van norm). Het veelvuldig aantreffen van ongewenste stoffen en bijhorende risico’s worden niet duidelijk met de huidige toetsingsmethode.
Volgens de Nederlandse provincies moet de KRW ook na 2027 worden voortgezet. Alle maatregelen ten behoeve van het bereiken van de goede ecologische en chemische toestand moeten voor 2027 genomen zijn. Echter voor het behouden van deze goede toestand, ondanks klimaatverandering en andere externe ontwikkelingen, blijft het nemen van maatregelen na 2027 noodzakelijk. De provincies vragen de Europese Commissie daarom ook na 2027 verder te gaan met de KRW. Het voorzetten van de stroomgebiedsbeheerplancycli van zes jaar, is daar een inherent onderdeel van.
Meer standpunten van de provincies over de evaluatie van de EU-waterrichtlijnen vindt u hier.