De Minister van Landbouw en Voedselkwaliteit heeft, naar aanleiding van het rapport van het Adviescollege Stikstofproblematiek, op 4 oktober haar aanpak voor de stikstofreductie gepresenteerd. Hierin schetst ze een nieuw plan waarmee ze stikstofreductie wil gaan bewerkstelligen.
Aanpak stikstof
Nadat de Raad van State heeft geoordeeld dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet meer gebruikt mag worden voor vergunningverlening is er een Adviescollege Stikstofproblematiek ingericht door het kabinet. Dit college heeft op korte termijn (tot eind 2020) advies gegeven om tot een nieuwe aanpak van stikstofreductie te komen. Het kabinet heeft onlangs, in samenspraak met het IPO, VNG en de UvW, deze aanpak gepresenteerd.
In de nieuwe aanpak wil het kabinet gaan kijken naar gebiedsgerichte oplossingen. Alle gebieden zijn immers verschillend ingericht, waarbij de aanpak om de reductie aan te pakken ook per gebied zou moeten verschillen. Om dit te doen gaat het kabinet in gesprek met de interbestuurlijke partners.
Het kabinet gaat de Commissarissen van de Koning vragen tijdens de eerste fase te fungeren als Rijksheren. Zij moeten zorgen voor een proces waarbij de belangen van alle overheden en sectoren in het oog worden gehouden. Hun taak wordt om de gebiedsgerichte aanpak te faciliteren. Na de eerste fase wordt er gekeken naar de rol van de Rijksheren in het verdere proces.
[su_spoiler title=”Wat zijn Rijksheren?” icon=”caret” class=”.normalweight”]Rijksheren worden ingesteld door de Rijksoverheid en fungeren dan ook als rijksorgaan. Ze worden ingesteld wanneer er zich een crisissituatie voordoet en de communicatie tussen de regio en het Rijk lastig ‘op gang komt’. Ze kunnen na hun aanstelling de wettelijke vertegenwoordiger van een minister op bepaalde gebieden zijn. In dit geval dus de gebiedsgerichte aanpak. Meer informatie, en een aantal voorstellen tot wijzigingen, zijn te vinden in dit kamerstuk.[/su_spoiler]
Toestemmingsverlening
De toestemmingsverlening voor projecten door middel van saldering komt per 11 oktober weer op gang. De provincies hebben het nieuwe beleidskader voor de verlening van vergunningen gepubliceerd. Hiermee kan de vergunningsverlening voor projecten, die in principe sinds 29 mei stil lag, weer op gang komen. Echter, op moment van schrijven zijn deze regels opgeschort door de provincies Overijssel, Gelderland, Drenthe en eerder al Friesland. Het is nog niet bekend hoe dit zich verder zal ontwikkelen.
Voor toestemmingsverlening zijn verschillende opties, zoals intern en extern salderen. Maar ook de ADC-toets of de ecologische beoordeling moet hiervoor kunnen worden ingezet.
Salderen
Het kabinet meldt dat er per 11 oktober weer intern gesaldeerd kan worden; de provincies hebben hier dus onlangs nieuwe beleidsregels voor vastgesteld. Wanneer projecten aantoonbaar per saldo geen stikstof uitstoten of de uitstoot geen invloed heeft op een Natura 2000-gebied, kan er weer een vergunning verkregen worden. Hierbij kan worden gekozen voor zowel intern als extern salderen, waarbij onder andere de AERIUS Calculator kan worden gebruikt om de uitstoot te bepalen.
De reactie van het kabinet en de beleidsregels van de provincie melden dat er een generiek afromingspercentage van 30% moet worden gerealiseerd. Wanneer er dus door middel van salderen nieuwe ruimte ontstaat om stikstof uit te stoten, moet hiervan minstens 30% worden afgeroomd. Op deze manier wordt er gegarandeerd dat er zonder twijfel een stikstofreductie plaatsvindt. Het kabinet neemt hierin het advies van het Adviescollege van Remkes over. Die stelde dat er ‘in alle gevallen afroming van de gerealiseerde reductie moet plaatsvinden’, om overbelaste gebieden verder te helpen herstellen.
Van belang te vermelden is dat het extern salderen in de landbouw momenteel nog niet mogelijk is. Hiervoor is een wetswijziging nodig, die op korte termijn zal worden ingediend. De provincies hebben de minister verzocht om in gesprek te gaan over hoe extern salderen met dier- en fosfaatrechten moet worden ingericht.
ADC-toets
Een lange tijd was de enige manier om alsnog toestemming te krijgen voor de doorgang van projecten – sinds dit niet meer mogelijk is met het PAS – de zogenaamde ADC-toets. Deze toets behelst het volgende:
- Er moet worden aangetoond dat alternatieven ontbreken (A);
- Er is sprake van een dwingende reden van openbaar belang (D); en
- Er worden compensatiemaatregelen getroffen (C).
Deze ADC-toets is gebaseerd op en terug te vinden in artikel 6 lid 4 van de Habitatrichtlijn.
Ecologische beoordeling
De ecologische beoordeling is een andere manier om toestemming te verkrijgen voor een project. Door middel van een dergelijke toets moet worden aangetoond dat de uitstoot van een project niet leidt tot aantasting van Natura 2000-gebieden. Hierbij kan worden gedacht aan projecten die maar kort extra depositie veroorzaken.
Bron:
Nieuwe beleidsregels intern en extern salderen, Bij12
Kamerbrief over aanpak stikstofproblematiek, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Meer informatie:
Kortetermijnoplossingen PAS-problematiek voor overheden gepresenteerd, Kenniscentrum Europa Decentraal
Stand van zaken rondom de PAS-uitspraak, Kenniscentrum Europa Decentraal