Een veehouderij heeft een subsidie aangevraagd onder een provinciale stimuleringsregeling duurzame energie. De betreffende agrariër wil een nieuw te bouwen stal voorzien van een warmtekrachtkoppeling op hernieuwbare energie. Daarnaast wil de veehouder investeren in een bepaalde verwerkingsmethode voor mest. Wij hebben een staatssteuntoets voor deze casus gedaan en lopen nu tegen de verschillende vrijstellingsmogelijkheden aan. Zou deze steun onder de Landbouwvrijstellingsverordening gebracht moeten worden, gelet op het feit dat het steun aan een agrariër betreft? Of kunnen we hier ook voor de Algemene Groepsvrijstellingsverordening kiezen omdat de steun uiteindelijk ziet op het realiseren van milieudoelstellingen?
Antwoord in het kort
Zowel de Algemene Groepsvrijstellingsverordening als de Landbouwvrijstellingsverordening is mogelijk van toepassing op de betreffende situatie. Bij de beoogde steunverlening dient de provincie rekening te houden met het toepassingsbereik van de beide Verordeningen. Zo moet ervoor gewaakt worden dat er geen steun wordt verleend voor een activiteit in het kader van de primaire productie van landbouwproducten op basis van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. Steun voor dat doel dient immers op grond van de Landbouwvrijstellingsverordening te worden verstrekt. Door middel van een gescheiden boekhouding zou een agrariër op basis van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening voor bepaalde categorieën, zoals milieusteun, toch steun kunnen ontvangen.
Vrijstellingsverordeningen
Nadat de beoogde steunverlening is getoetst aan de vijf cumulatieve staatssteuncriteria van artikel 107 lid 1 VWEU en de conclusie is dat er sprake is van staatssteun, kan de provincie onderzoeken of de steun voor een vrijstellingsverordening van de Europese Commissie in aanmerking kan komen. In dat geval hoeft de steun niet te worden gemeld bij de Commissie, maar gelden er wel andere verplichtingen die zien op het uitvoeren van de steun, de transparantie ervan en verslaglegging daarover.
Voor steun aan een agrariër ten behoeve van een project om bepaalde milieudoelstellingen te bereiken, bevatten zowel de Landbouwvrijstellingsverordening (LVV) als de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) steuncategorieën die van toepassing kunnen zijn.
Allereerst moet de verschillende soorten steun worden geduid. Dit is van belang voor de vraag waar de grens ligt tussen landbouwsteun en steun voor milieubescherming, in het kader van een steunverlening aan een agrarisch bedrijf voor een project dat ziet op de uitvoering van milieudoelstellingen.
Steun voor milieubescherming
In de AGVV wordt “milieubescherming” gedefinieerd als: “[…] elke maatregel die is gericht op preventie of herstel van aantastingen van de natuurlijke omgeving of de natuurlijke hulpbronnen door de eigen activiteiten van een begunstigde, op beperking van het risico op dergelijke aantastingen, dan wel op aanmoediging van een rationeler gebruik van die hulpbronnen, daaronder begrepen energiebesparende maatregelen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.” Aldus artikel 2, punt 101 van de AGVV.
Landbouwsteun
Landbouwsteun ziet dus op steunverlening aan de landbouwsector. De landbouwsector wordt in de LVV gedefinieerd als: ”[…] alle ondernemingen die actief zijn in de primaire landbouwproductie, de verwerking en de afzet van landbouwproducten.” Dit volgt uit artikel 2 (3) van de LVV. Landbouwproducten zijn de producten vermeld in Bijlage I bij het VWEU. Daaronder vallen niet de producten en activiteiten op het gebied van visserij en aquacultuur. Dat zijn de producten vermeld in Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad.
Algemene Groepsvrijstellingsverordening
In de AGVV (Verordening (EU) Nr. 651/2014) zijn de steuncategorieën beschreven waar geen meldingsprocedure voor gevolgd hoeft te worden, maar kan worden volstaan met het volgen van een lichtere kennisgevingsprocedure. Deze steuncategorieën zien op steunmaatregelen die bijdragen aan bepaalde beleidsdoelstellingen. Milieubescherming (deel 7) is één van die doelstellingen.
Steun op basis van de AGVV dient te voldoen aan de algemene voorwaarden uit de hoofdstukken 1 en 2 uit de Verordening. Daarnaast worden in het specifieke toepasselijke artikel ook voorwaarden gesteld aan de betreffende steunverlening. Denk hierbij aan welke soorten kosten mogen worden gecompenseerd met steun, maar ook welke maximale steunintensiteit de provincie dient te hanteren.
In deel 7 van de AGVV, getiteld ‘steun voor milieubescherming’, wordt een aantal mogelijkheden genoemd voor het verlenen van steun, bijvoorbeeld in het kader van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling of energie-efficiëntiemaatregelen. Of denk aan artikel 36 AGVV: steun om een hogere mate van milieubescherming te realiseren dan is voorgeschreven in de betreffende EU-normen inzake milieubescherming. Een voorbeeld van toepassing van deze bepaling is een steunregeling voor innovaties in veehouderijen: SA.41507.
Landbouwvrijstellingsverordening
In de LVV (Verordening (EU) Nr. 702/2014) zijn de steuncategorieën te vinden voor steun aan een agrarisch bedrijf. In artikel 1 van de LVV is het toepassingsgebied van de Verordening beschreven: onder andere ondernemingen actief in de primaire landbouwproductie komen in aanmerking voor steun. De steun aan de veehouderij kan dus mogelijk verleend worden op basis van de LVV, omdat deze onderneming actief is in de primaire landbouwproductie. Voor steun op basis van de LVV dient allereerst aan de algemene voorwaarden uit hoofdstuk 1 en 2 van de Verordening te zijn voldaan. Daarnaast dienen de activiteiten van het project en de steunverlening van de provincie te voldoen aan de specifieke voorwaarden van het toepasselijke artikel.
Landbouwsteun of milieusteun? Toepassingsgebied van de Verordeningen
Om te bepalen welke Verordening van toepassing is op de beoogde steunverlening, moet gekeken worden naar het toepassingsgebied van de Verordeningen.
In artikel 1, lid 3 van de AGVV is aangegeven op welke sectoren de AGVV niet van toepassing is. In sub b staat aangegeven: “de verordening is niet van toepassing op steun toegekend in de sector van de primaire landbouwproductie”. Dat zou dus betekenen dat de agrariër geen steun zou kunnen ontvangen op grond van de AGVV. Er zijn echter een aantal steunmogelijkheden uitgezonderd. In sub b staan onder andere steun voor onderzoek en ontwikkeling, risicofinancieringssteun en innovatiesteun voor kmo’s benoemd als uitzondering. Ook milieusteun wordt benoemd als uitzondering, die binnen de geldende voorwaarden dus gewoon aan agrariërs kan worden verstrekt.
De AGVV benoemt ook nog: “Wanneer een onderneming actief is zowel in de in de punten a), b) of c) van de eerste alinea uitgesloten sectoren als in sectoren die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, is deze verordening van toepassing op steun ten behoeve van activiteiten in die laatste sectoren of activiteiten, mits de lidstaten, met passende middelen zoals een scheiding van de activiteiten of een uitsplitsing van de kosten, ervoor zorgen dat de activiteiten in de uitgesloten sectoren geen uit hoofde van deze verordening verleende steun genieten.” Wanneer de betrokken agrariër dus meerdere activiteiten verricht, waarvan een deel onder de LVV en een deel onder de AGVV valt, mag op grond van de AGVV steun worden verleend, mits de ontvanger een gescheiden boekhouding hanteert voor de verschillende activiteiten.
Wanneer de LVV en AGVV toch geen uitkomst bieden: andere mogelijkheden
Afhankelijk van de hoogte van de steunverlening, zou ook naar de de-minimisverordeningen gekeken kunnen worden, wanneer de bovengenoemde vrijstellingsverordeningen geen uitkomst bieden. Als geen enkele vrijstellingsverordening toegepast kan worden, dan dient de steun te worden gemeld. De steunverlenende autoriteit kan dan inhoudelijk aansluiten bij de toepasselijke richtsnoeren van de Commissie om de kans op goedkeuring van de steunverlening door de Commissie te vergroten.
De-minimisverordeningen
Op basis van de landbouw de-minimisverordening (Verordening (EU) Nr. 1408/2013) kan tot €20.000 steun worden verleend aan een onderneming over een periode van drie belastingjaren. Op basis van de reguliere de-minimisverordening (Verordening (EU) Nr. 1407/2013) kan een onderneming tot €200.000 ontvangen over een periode van drie belastingjaren. Voor wat betreft de wisselwerking tussen deze twee Verordeningen en de vraag welke Verordening van toepassing is op bijvoorbeeld bovenstaande situatie, dient in artikel 1 (lid 2) naar het toepassingsgebied te worden gekeken. De reguliere de-minimisverordening is niet van toepassing op steun aan ondernemingen die actief zijn in de primaire productie van landbouwproducten of ondernemingen die actief zijn in de sector verwerking en afzet van landbouwproducten in de twee gevallen genoemd in artikel 1, lid 1, sub c onder i en ii van de reguliere de-minimisverordening. Dit zijn de gevallen wanneer het steunbedrag wordt vastgesteld op basis van de prijs of de hoeveelheid van dergelijke van primaire producenten afgenomen producten die door de betrokken ondernemingen op de markt worden gebracht (i) of wanneer de steun afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de steun geheel of ten dele aan primaire producenten wordt doorgegeven (ii).
Ondernemingen die actief zijn in de landbouwsector en in een sector die onder de reguliere de-minimisverordening valt, dienen een scheiding van de activiteiten of een uitsplitsing van de kosten te hanteren. Op die manier wordt voorkomen dat de onderneming reguliere de-minimissteun ontvangt voor de primaire productie van landbouwproducten of de verwerking en afzet van landbouwproducten. Meer informatie over de toepassing van de de-minimisverordening is hier te lezen.
Individuele melding van steun: Richtsnoeren
Voor steun in het kader van milieubescherming kan in het geval van een steunmelding bij de Europese Commissie aansluiting worden gezocht bij de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022. Maar ook voor de toepassing van deze Richtsnoeren geldt dat staatssteun die valt onder de voorschriften inzake staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector is uitgesloten. Voor deze sector bestaan er namelijk de Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020. Deze Richtsnoeren worden op dit moment herzien; de nieuwe Richtsnoeren worden eind dit jaar verwacht.
Meer informatie
- Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal
- Landbouw, Kenniscentrum Europa Decentraal
- Steun voor milieubescherming, Kenniscentrum Europa Decentraal
- Vrijstellingsmogelijkheden, Kenniscentrum Europa Decentraal
- Kennisgevingsprocedure, Kenniscentrum Europa Decentraal
- Meldingsprocedure, Kenniscentrum Europa Decentraal