Europees recht en beleid

Laatste update: 12 juli 2023

Contact:


Decentrale overheden kunnen op allerlei manieren maatregelen treffen om de groene transitie te stimuleren. Milieubescherming heeft prioriteit voor Europa. Ondernemingen spelen een grote rol in het verbeteren van het milieu. Het verlenen van steun voor groene projecten is dan ook onder voorwaarden toegestaan. Denk hierbij aan steun voor het aanschaffen van elektrische auto’s, schone rondvaartboten of het opwekken van hernieuwbare energie met zonnepanelen en windmolens. Wat is het staatssteunrechtelijke kader voor steun voor milieubescherming? Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan? Hieronder treft u meer informatie over staatssteun voor milieubescherming.

Waar zijn de staatssteunregels voor milieubescherming te vinden?

Gemeenten, provincies en waterschappen die steun willen verstrekken voor milieubescherming en duurzaamheidsprojecten krijgen te maken met de staatssteunregels. Deze regels zijn te vinden in:

Verder kunnen ook de de-minimisvrijstelling van toepassing zijn bij het verlenen van steun voor groene projecten en de Kaderregeling voor O&O&I op steun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie op milieugebied. Milieusteun voor de landbouwsector (primaire productie) valt onder de staatssteunregels voor landbouw.

Welke mogelijkheden zijn er onder de AGVV voor milieusteun?

In deel 7 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) zijn de steunmogelijkheden voor milieubescherming benoemd. Dit betreffen de volgende bepalingen:

  • Investeringssteun om ondernemingen in staat te stellen verder te gaan dan Unienormen inzake milieubescherming of om, bij ontstentenis van Unienormen, het niveau van milieubescherming te verhogen (artikel 36);
  • Investeringssteun voor publiek toegankelijke oplaad- of tankinfrastructuur voor emissiearme en emissievrije wegvoertuigen (artikel 36bis);
  • Investeringssteun ten behoeve van vroege aanpassing aan toekomstige Unienormen (artikel 37);
  • Investeringssteun ten behoeve van energie-efficiëntiemaatregelen (artikel 38);
  • Investeringssteun ten behoeve van energie-efficiëntieprojecten in gebouwen in de vorm van financiële instrumenten (artikel 39);
  • Investeringssteun ten behoeve van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling (artikel 40);
  • Investeringssteun ter bevordering van energie uit hernieuwbare energiebronnen (artikel 41);
  • Exploitatiesteun ter bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen (artikel 42);
  • Exploitatiesteun ter bevordering van in kleinschalige installaties uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte energie (artikel 43);
  • Steun in de vorm van kortingen op milieubelastingen krachtens Richtlijn 2003/96/EG (artikel 44);
  • Investeringssteun voor de sanering van verontreinigde terreinen (artikel 45);
  • Investeringssteun voor energie-efficiënte stadsverwarming en -koeling (artikel 46);
  • Investeringssteun ten behoeve van recycling en hergebruik van afval (artikel 47);
  • Investeringssteun voor energie-infrastructuur (artikel 48);
  • Steun ten behoeve van milieustudies (artikel 49).

Voorwaarden verlenen steun op basis van de AGVV

Voor het verlenen van steun op basis van één (of meerdere) van deze steunmogelijkheden moet worden voldaan aan de specifieke voorwaarden gesteld in het toepasselijke artikel, maar ook aan de algemene voorwaarden van de AGVV. Denk bijvoorbeeld aan de aanmelddrempels uit artikel 4 AGVV. Meer hierover leest u op de pagina over de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. Voor steun op basis van de AGVV dient een kennisgevingsprocedure te worden doorlopen.

Bij het zien van deze steunmogelijkheden kunnen verschillende vragen spelen. Wat zijn bijvoorbeeld ‘Unienormen’ zoals benoemd in artikel 36? Met ‘communautaire norm’ of ‘Unienorm’ wordt bedoeld:

– een verplichte Europese norm, waarin de op milieugebied te bereiken normen per onderneming zijn vastgesteld. Een voorbeeld van een Europese richtlijn met normen die ook voor ondernemingen kunnen gelden, is de Europese richtlijn luchtkwaliteit (Richtlijn 2008/50/EG), met normen voor de uitstoot van fijnstof.
– de verplichting op grond van Richtlijn Industriële Emissies (Richtlijn 2010/75/EU) om de beste beschikbare technieken (BAT’s) te gebruiken en ervoor te zorgen dat de emissieniveaus van verontreinigde stoffen niet hoger zijn dan bij de toepassing van de BAT’s.

Welke steunmogelijkheden zijn er onder de Richtsnoeren klimaat, milieubescherming en energie 2022?

Op basis van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022 kan zowel investeringssteun als exploitatiesteun worden verleend voor verschillende categorieën. De steuncategorieën in de Richtsnoeren zijn de volgende:

  • Steun voor reductie en verwijdering van broeikasgasemissies, onder meer via steun voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie (par. 4.1.);
  • Steun voor de verbetering van de energie- en milieuprestaties van gebouwen (par. 4.2.);
  • Steun voor schone mobiliteit (par. 4.3.);
  • Steun voor hulpbronnenefficiëntie en voor de transitie naar een circulaire economie (par. 4.4.);
  • Steun voor het voorkomen of reduceren van verontreiniging niet afkomstig van broeikasgassen (par. 4.5.);
  • Steun voor het herstel van milieuschade, de rehabilitatie van natuurlijke habitats en ecosystemen, de bescherming of het herstel van de biodiversiteit en de uitvoering van nature-based solutions voor klimaatadaptatie en -mitigatie (par. 4.6.);
  • Steun in de vorm van belasting- of heffingskortingen (par. 4.7.);
  • Steun voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening (par. 4.8.);
  • Steun voor energie-infrastructuur (par. 4.9.);
  • Steun ten behoeve van stadsverwarming en stadskoeling (par. 4.10.);
  • Steun in de vorm van kortingen op elektriciteitsheffingen voor energie-intensieve gebruikers (par. 4.11.);
  • Steun voor de sluiting van elektriciteitscentrales die kolen, turf of schalieolie gebruiken en van mijnbouwactiviteiten in verband met de winning van kolen, turf of schalieolie (par. 4.12.);
  • Steun voor studies of consultancydiensten inzake klimaat, milieubescherming en energie (par. 4.13.).

De Richtsnoeren zijn niet van toepassing op staatssteun voor O&O&I aangezien daar een Kaderregeling voor bestaat. Ook zijn de Richtsnoeren niet van toepassing op staatssteun die valt onder de voorschriften inzake staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector of in de visserij- en aquacultuursector. 

Verlenen van steun op basis van de Richtsnoeren: melden

Overheden kunnen op basis van de Richtsnoeren projecten in het kader van de groene transitie financieel steunen. Hierbij kan gedacht worden aan projecten op het gebied van milieubescherming, uitstootreductie en de productie van groene energie. Met behulp van de Richtsnoeren zorgt de Commissie ervoor dat de staatssteunregels een volwaardige rol spelen bij het ondersteunen van de Green Deal.

De Richtsnoeren geven vooraf duidelijkheid over de manier waarop de Europese Commissie steun zal beoordelen wanneer zij individuele goedkeuring moet verlenen voor steun die bij haar wordt aangemeld. Lidstaten die steun melden op basis van artikel 108 lid 3 VwEU vergroten hun kans op goedkeuring door de Europese Commissie als zij ervoor zorgen dat de steun aansluit bij de voorwaarden die daarvoor in Richtsnoeren worden gesteld. Steun op basis van een steuncategorie uit de Richtsnoeren dient dus te worden gemeld bij de Europese Commissie.