Praktijkvraag

Laatste update: 26 september 2023

Door:


Onze gemeente vraagt zich af hoe de TEK-regeling zich verhoudt tot de de-minimisverordening, de Algemene Groepsvrijstellingsverordening en het Tijdelijke Crisiskader. Wat moet een gemeente doen die subsidie verleent aan mkb-ondernemingen voor gestegen energiekosten wanneer er ook al energiekosten zijn gedekt door de Tegemoetkoming Energiekosten voor energie-intensieve mkb?
Antwoord in het kort

De gemeente moet bij de staatssteuntoetsing rekening houden met eventuele steun op basis van de TEK-regeling. Bij het beoordelen van de drempels van de de-minimisverordening, de Algemene Groepsvrijstellingsverordening en het Tijdelijk Crisiskader is de gemeente afhankelijk van de omvang van eerdere subsidieverstrekking onder de TEK-regeling.

TEK-regeling

De tegemoetkoming Energiekosten voor energie-intensieve mkb (‘TEK-regeling’) is een tijdelijke steunregeling die geldt voor de periode van 1 november en met 2022 tot 31 december 2023. De TEK-regeling kan door de mkb-onderneming worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (‘RVO’). De regeling voorziet erin dat mkb-bedrijven die veel energie verbruiken, de energielasten moeten minimaal 7% van de omzet zijn, een tegemoetkoming krijgen ter hoogte van 50% van het bedrag dat meer betaald wordt aan energiekosten dan de drempelprijs (€1,19 per m³ gas met een maximum van €3,19 per m³ en €0,35 per kWh elektriciteit met een maximum van €0,95 per kWh). Het maximale steunbedrag dat onder de TEK-regeling kan worden verstrekt is €160.000.

Subsidie voor gestegen energielasten

De gemeente kan los van de TEK-regeling ook zelf aanvullende of separate subsidie geven voor gestegen energielasten van mkb-ondernemingen. In dat geval is het belangrijk dat de staatssteunregels in acht worden genomen.

Het staatssteunverbod is vervat in artikel 107 lid 1 VWEU. Een overheidsmaatregel is als steunmaatregel aan te merken als aan vier voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet de steun door de staat zijn verleend of met staatsmiddelen zijn bekostigd. Ten tweede moet de maatregel een selectief voordeel aan bepaalde ondernemingen of bepaalde producties verlenen. Ten derde moet de maatregel het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden. Ten vierde moet de maatregel de mededinging op de interne markt vervalsen of dreigen te vervalsen. Iedere subsidieregeling moet separaat voldoen aan de staatssteunregels. Steun mag niet zonder meer in aanvulling op eerdere verleende steun worden verstrekt; de zogenoemde cumulatieregels moeten in acht worden genomen. Ook een aanvullende gemeentelijke regeling moet dus worden getoetst aan de staatssteunregels.

De-minimisverordening

Op grond van de de-minimisverordening kunnen (decentrale) overheden over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000 steun aan één onderneming verlenen zonder dat dit wordt aangemerkt als staatssteun in de zin van artikel 107 lid 1 VWEU. Het staatssteunverbod is dan dus niet van toepassing. Indien de mkb-onderneming onder de TEK-regeling al steun heeft ontvangen is het voor de cumulatievoorwaarden van belang dat wordt nagegaan hoeveel steun er al eerder is verleend op grond van de TEK-regeling, maar ook op grond van eventuele andere regelingen.

Algemene groepsvrijstellingsverordening

Indien de drempel van € 200.000 wordt overschreden, dient de steun in beginsel aangemeld te worden bij de Europese Commissie. De verwachte herziening van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (‘AGVV’) geeft voor bepaalde nieuwe steuncategorieën een vrijstelling van de aanmeldingsverplichting. Wel dient de decentrale overheid een steunmaatregel op basis van de AGVV maximaal 20 werkdagen na de inwerkingtreding van de maatregel kennis te geven bij de Europese Commissie.

In de concept versie van de herziening van de AGVV kan onder het nieuwe artikel 19d steun verschaft worden aan kmo’s voor de levering van elektriciteit, gas of warmte om de impact te verminderen van prijsstijgingen als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Dit artikel kan na bekendmaking van de herziening met terugwerkende kracht worden toegepast. Steunverlening kan tot maximaal 12 maanden nadat de periode voor steunverlening is geëindigd. Op dit moment loopt de periode op grond van de verordening 2022/1854 betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen tot 31 december 2023. De volgende voorwaarden zijn verbonden aan de steunregeling:

  • De steun mag maximaal 70% zijn van het verbruik van de eindbegunstigde kmo-onderneming;
  • de maatregel mag niet discrimineren tussen energieleveranciers en ook niet tussen kmo’s. De regeling moet dus beschikbaar zijn voor iedere kmo-onderneming in de gemeente ongeacht de leverancier van de energie;
  • de maatregel moet bepalen dat alle energieleveranciers in aanmerking komen om een offerte uit te brengen voor levering van energie;
  • de maatregel moet voorzien in een mechanisme dat, indien de steun wordt verleend  via een energieleverancier, ervoor zorgt dat de steun zoveel mogelijk wordt doorberekend aan de eindbegunstigde en,
  • de steun moet resulteren in een gemiddelde eenheidsprijs die ten minste gelijk is aan de gemiddelde prijs per eenheid elektriciteit, gas of warmte voor eindafnemers in de betrokken lidstaat over de periode van 1 januari tot en met 31 december 2021. De gemiddelde eenheidsprijs van 2021 per kWh en per m3 gas is dus het plafond van de regeling.

Het steunbedrag mag niet hoger zijn dan €2 miljoen per kalenderjaar per onderneming. Dit totaalplafond moet onderscheiden worden van het plafond van de gemiddelde eenheidsprijs over 2021. Indien de onderneming actief is in de landbouw, is dit gelimiteerd tot €250.000.

Indien er al steun is verstrekt onder de TEK-regeling, is het aan de gemeente om te beoordelen hoeveel ruimte er nog beschikbaar is van de 70% van het verbruik van de begunstigde onderneming. De gemeente moet zelf uitzoeken of er al steun is verstrekt onder de TEK-regeling. De RVO houdt geen register bij. De gemeente kan dit navragen bij de kmo-onderneming zelf en eventueel bij de RVO.

Bij de steunverstrekking moet rekening worden gehouden met de voorwaarde dat de eenheidsprijs niet lager mag zijn dan de gemiddelde eenheidsprijs van 1 januari tot en met 31 december 2021. De TEK-regeling ziet op 50% van het bedrag dat meer betaald wordt aan energiekosten dan de drempelprijs van €1,19 per m³ gas en €0,35 per kWh elektriciteit met een maximum van €3,19 per m³ gas en €0,95 per kWh elektriciteit. Dit betekent dat de drempelprijs moet worden afgetrokken van de huidige energieprijs en 50% daarvan mag als steun worden verleend onder de TEK-regeling.  De RVO hanteert een hoger drempelbedrag dan de door het CBS vastgestelde gemiddelde eenheidsprijs over 2021. De berekeningsmethode onder TEK-regeling moet dus onderscheiden worden van de nieuwe bepaling van de AGVV waarin het gaat om het maximaal verbruik van de onderneming en een lagere gemiddelde eenheidsprijs. De ruimte voor subsidieverstrekking door de gemeente die overblijft is dan de uitkomst van de berekening onder de AGVV, rekening houdende met het maximale steunbedrag, minus de onder de TEK-regeling verstrekte subsidie. Hierdoor ontstaat dus meer ruimte om subsidie te verstrekken. Mocht de grens toch overschreden worden, dan moet de steun worden aangemeld en goedgekeurd door de Europese Commissie.

Tijdelijke crisiskader

De aangemelde steun kan door de Commissie verenigbaar met de interne markt worden verklaard onder het Tijdelijke Crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie vanwege de Russische invasie van Oekraïne (‘’TSK’’). Het TSK geldt in ieder geval tot 31 december 2023 en biedt de EU-lidstaten onder meer de ruimte om steun te verlenen aan bedrijven die geraakt worden door de opgelegde sancties of te compenseren voor extra kosten door hoge gasprijzen. Paragraaf 2.4 van het TSK biedt de mogelijkheid om onder voorwaarden de stijgende energieprijzen te compenseren voor ondernemingen. De in aanmerking komende kosten onder deze steunmaatregel worden berekend op basis van de stijging van de kosten voor gas en elektriciteit als gevolg van  de Russische agressie tegen Oekraïne. De in aanmerking komende periode betreft de periode tussen 1 februari 2022 en 31 december 2023, afgezet tegenover de referentieperiode van 1 januari 2021 tot 31 december 2021. De steun mag per begunstigde onderneming niet hoger zijn dan 50% van de in aanmerking komende kosten tot een maximum van €4 miljoen per onderneming. Voor de toetsing zullen zowel de gemeentelijke subsidie, als de TEK-regeling moeten worden meegenomen.

Bron

Staatssteun: Commissie keurt tijdelijk crisis- en transitiekader goed om transitie naar klimaateneutrale economie verder te ondersteunen, persbericht Europese Commissie

TEK (Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb), Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Meer informatie

Staatssteun, Kenniscentrum Europa Decentraal

Factsheet Herziening Algemene Groepsvrijstellingsverordening, Kenniscentrum Europa Decentraal