Nederland steunt het voorstel van de Europese Commissie om de Europese broeikasgasreductiedoelstellingen wettelijk vast te leggen. Dat blijkt uit de beoordeling van het EU-voorstel voor de Europese Klimaatwet door de werkgroep ter ‘Beoordeling van Nieuwe Commissievoorstellen’ (BNC). Het kabinet onderstreept hierin het belang van het bindend vastleggen van de klimaatdoelen op Europees niveau om zo een consistent klimaatbeleid te kunnen voeren. Door het vastleggen van de doelen zijn namelijk alle lidstaten en EU-instituties aan de reductiedoelstelling gebonden. Wel moet volgens het kabinet het 2030-broeikasgasreductiedoel worden aangescherpt. Ook pleit het kabinet voor een alternatief voor de voorgestelde gedelegeerde handelingen.
Klimaatwet
De Europese Commissie presenteerde op 4 maart 2020 de Europese Klimaatwet. De Klimaatwet is onderdeel van de Europese Green Deal en biedt een kader voor de geleidelijke vermindering van broeikasgasemissies. Zo stelt de Commissie voor om in 2050 als Unie klimaatneutraal te zijn. De huidige 2030-broeikasgasreductiedoelstelling van 40% ten opzichte van 1990 wordt niet direct verhoogd. In plaats daarvan wordt eerst beoordeeld of het bestaande beleid consistent is met de klimaatneutraliteitsdoelstellingen. Ook gaat het voorstel in op klimaatadaptatie. Zo wil de Commissie de inspanningen op het gebied van klimaataanpassingen met dit voorstel verder wettelijk vastleggen.
Nederlandse positie
De Nederlandse positie is in essentie positief. Zo ziet het kabinet de omschakeling naar een duurzame groei van de economie als een kans voor het concurrentievermogen van de EU. Het biedt op lange termijn bijvoorbeeld zekerheid voor het bedrijfsleven. Daarnaast is de Europese klimaatambitie al grotendeels opgenomen in de Nederlandse Klimaatwet. Zo zijn de Nederlandse reductiedoelstellingen voor 2030 en 2050 vastgesteld op respectievelijk 49% en 95% ten opzichte van 1990. Ook het Nederlandse klimaatadaptatiebeleid is al vastgelegd in de Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) en in het Deltaprogramma. Wel pleit het kabinet voor een ophoging van de 2030-reductiedoelstelling op Europees niveau. Het kabinet zou deze samen met een aantal andere lidstaten en het Europees Parlement willen vastleggen op 55%.
Gedelegeerde handelingen
Ook is het kabinet kritisch op de voorgestelde gedelegeerde handelingen. Om klimaatneutraliteit te bewerkstelligen tussen 2030 en 2050 wordt in artikel 3 van het voorstel de bevoegdheid tot gedelegeerde handeling toegekend aan de Europese Commissie. Hiermee kan de Commissie aanvullende reductiedoelen voor de periode tussen 2030 en 2050 vaststellen. In onze Praktijkvraag vindt u meer informatie over gedelegeerde handelingen.
Het kabinet steunt de keuze om een richtinggevend traject voor aanvullende reductiedoelstellingen vast te leggen, maar vindt de noodzaak voor gedelegeerde handelingen echter onvoldoende toegelicht. Zo mist in het voorstel een nadere omschrijving over de inhoud en werking van de gelegeerde handelingen. Daarnaast vindt het kabinet gedelegeerde handelingen juridisch niet de meest geschikte keuze, omdat deze slechts mogen worden gebruikt om niet-essentiële onderdelen van een wetgevingshandeling te wijzigen of aan te vullen. Het kabinet pleit daarom voor alternatieven, zoals aanbevelingen en mededelingen, zodat voor het vastleggen van nieuwe doelstellingen nog steeds de gewone wetgevingsprocedure doorlopen moet worden.
Bron
Verordening Europese Klimaatwet, Fiche van de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC)
Meer informatie
Europese Klimaatwet: Nul netto uitstoot in de EU & Klimaatadaptatie, Kenniscentrum Europa Decentraal
Europese Green Deal: De Weg naar Klimaatneutraliteit, Kenniscentrum Europa Decentraal
Wat houdt het Europese beleid voor klimaatadaptatie in? Kenniscentrum Europa Decentraal