Nieuws

Publicatie: 21 februari 2022

Door:


De verdeling van het beschikbare budget van 886,3 miljoen euro voor Nederland uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR) is bekend. In de kamerbrief van 11 februari 2022 maakt de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de nationale invulling van de middelen uit de BAR bekend. Het beschikbare budget zal verdeeld worden over drie sporen: het algemeen bedrijfsleven, de visserijsector en een spoor voor reeds gemaakte publieke kosten. Voor de drie sporen worden verschillende regelingen ontwikkeld.

(In de Europese Ster van 22 februari 2022 werd naar dit artikel verwezen. Hier werd Rob Jetten aangemerkt als minister van Economische Zaken en Klimaat. Dit was een fout van de redactie, Micky Adriaansens is de juiste bewindspersoon. Onze excuses.)

Brexit Adjustment Reserve

In Verordening (EU) 2021/1755 (BAR-verordening) is de oprichting van de reserve voor aanpassing van de Brexit neergelegd. Dit Brexit Adjustment Reserve is een speciaal, eenmalig noodfonds voor de EU-lidstaten om sectoren, bedrijven en lokale gemeenschappen die zwaar getroffen zijn door de Brexit te ondersteunen. Nederland is, na Ierland, de lidstaat die het meeste geld uit dit fonds ontvangt.

Nationale invulling

De nationale invulling van het beschikbare budget uit de BAR zal worden verdeeld over drie sporen. Deze sporen kennen verschillende regelingen en programma’s. Hieronder is een overzicht te vinden per spoor.

Algemeen bedrijfsleven

De Brexit heeft veel bedrijven in verschillende sectoren beïnvloed. Zij hebben hierdoor aanpassingskosten of structurele extra kosten moeten maken om hun afnemers in het VK van dienst te kunnen blijven zijn. Het budget uit de BAR kan worden benut om te voorzien in de aanpassingskosten van de operationele bedrijfsvoering en internationaliseringsstrategie die bedrijven hebben gemaakt. Voor dit spoor is 250 miljoen euro geserveerd, dat is uitgewerkt in een regeling en een programma. Een flexibel budget van 50 miljoen euro wordt gereserveerd mocht er uiteindelijk meer belangstelling zijn voor de regelingen dan van tevoren is ingeschat.

  • Bedrijfslevenregeling

Voor bedrijven die veel met het VK handelen en na de Brexit opeens in de situatie kwamen dat ze zich moesten aanpassen aan nieuwe douanewetgeving, worden twee regelingen opgesteld. Met deze regelingen worden de bedrijven tegemoetgekomen in de kosten voor de aanpassing.

  • De eerste regeling ziet op kosten gemaakt vanaf 1 januari 2020 (begin BAR-referentieperiode) en mogelijk eerder.
  • De tweede regeling ziet op kosten die nog gemaakt moeten worden in de periode tot december 2023 (einde BAR-referentieperiode).

Voor deze regelingen is een budget van ongeveer 220 miljoen euro beschikbaar.

  • Internationaliseringsprogramma

Het internationaliseringsprogramma dient als tijdelijke impuls op de internationale handel richting de belangrijkste handelsmarkten in de EU. Daarmee vormt het voor bedrijven die het meest geraakt zijn door de Brexit een ondersteuning voor het herstellen van verloren internationale omzet en veranderende internationale handelsstromen. Voor dit programma is een budget van 32 miljoen euro beschikbaar op basis waarvan individuele ondersteuning mogelijk is.

Visserijsector

Het vertrek van het VK uit de EU heeft ook invloed op de Nederlandse visserijsector, met name op het Nederlandse visquotum. Nederlandse vissers verliezen hiermee belangrijke vangstmogelijkheden. Om dit quotumverlies te compenseren, worden er drie regelingen opgezet. Het totale beschikbare bedrag voor visserij wordt vastgesteld op 200 miljoen euro.

  • Saneringsregeling

De beoogde saneringsregeling ziet op het herstellen van de structurele disbalans die is ontstaan tussen de vangstmogelijkheden en vangstcapaciteit. Met de gereserveerde 155 miljoen euro voor de regeling wordt de balans tussen de beschikbare quota voor Nederlandse vissers (vangstmogelijkheden) en de vangstcapaciteit hersteld. Dit tot het niveau van voor de inwerkingtreding van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK.

  • Stilligregeling

Op grond van deze regeling kunnen eigenaren van vaartuigen subsidie aanvragen voor het feit dat hun vloten stilliggen. Dit betreft de jaren 2021, 2022 en 2023. Hiermee worden vissers in de gelegenheid gesteld zich aan te passen aan de structurele afname van vangstmogelijkheden. Voor deze regeling is 33 miljoen euro beschikbaar.

  • Liquiditeitsregeling

De Brexit heeft voor een aantal vissers geleid tot inkomensverlies in het eerste kwartaal van 2021. Voor deze vissers is het op grond van de liquiditeitsregeling mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor dit inkomensverlies. Voorwaarden voor het verkrijgen van steun is dat er sprake is van ten minste 30% omzetverlies en dat dit verlies Brexit-gerelateerd is. Voor deze regeling is 12 miljoen euro beschikbaar.

Publieke kosten

Ter voorbereiding op het vertrek van het VK uit de EU zijn er in Nederland tevens publieke kosten gemaakt. Voor deze kosten is er ook geld vanuit de BAR beschikbaar. Dit spoor moet nog verder worden uitgewerkt, maar er wordt in ieder geval een budget van 364 miljoen euro vrijgemaakt. Uitgaven tussen 1 januari 2020 en 31 december 2023 komen in aanmerking voor de steun.

Staatssteun

Bij een aantal van de regelingen dient rekening te worden gehouden met de staatssteunregels. Zo wordt voor de eerste bedrijfslevenregeling (periode na 1 januari 2020) bekeken welke delen van de steunregeling niet binnen de bestaande staatssteunkaders gebracht kunnen worden en dus ter goedkeuring aan de Europese Commissie moet worden voorgelegd. Ook bij de steunregelingen in de visserijsector is er sprake van staatssteun. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in gesprek met de Europese Commissie over deze maatregel. De verwachting is dat begin 2022 meer duidelijkheid verstrekt kan worden over de eventuele goedkeuring van de Europese Commissie.

Andere beschikbare middelen vanuit de BAR

Naast budget voor bovenstaande sporen, is er vanuit de BAR ook geld beschikbaar voor technische assistentie bij de uitvoering van dit fonds. Voor Nederland betreft dit een bedrag van ruim 22 miljoen euro. Hiervan worden allereerst de kosten van de Managementautoriteit (MA), belegd bij EZK, gefinancierd. De Managementautoriteit is naast de Audit Autoriteit (AA) onderdeel van het Management Controle Systeem (MSC). Op basis van artikel 14 van de BAR-verordening dient namelijk een beheers- en controlesysteem voor het fonds aangemerkt te worden, bestaande uit een orgaan dat verantwoordelijk is voor het beheer van de financiële bijdrage uit de reserve en een onafhankelijk auditorgaan.

Ook kunnen departementen die kosten maken voor de uitvoering van de regelingen door de RVO rekenen op een bijdrage vanuit het fonds. Voor de overige beschikbare middelen, na aftrek van het budget voor de MA, worden afspraken gemaakt met de betrokken ministeries.

Uitvoering van de regelingen en uitbetaling BAR

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zal een belangrijk deel van de uitvoering van de regelingen op zich nemen. De verwachting is dat de eerste regelingen in de eerste helft van 2022 operationeel worden.

De minister van EZK geeft in haar brief aan dat “de kabinetsinzet is dat aan het einde van de fondsperiode Nederland de vanuit de verordening ter beschikking staande gelden van 886 miljoen euro volledig en doelmatig heeft benut”. Dit betekent dat de gelden uiterlijk 31 december 2023 uitbetaald moeten zijn.

Bron

Kamerbrief over publicatie verordening Brexit Adjustment Reserve en nationale invulling, ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Meer informatie