Nieuws

Publicatie: 24 juni 2019

Door: en


De leeftijdseis voor sekswerkers in de APV van Alkmaar voldoet aan de voorwaarden uit de Europese Dienstenrichtlijn. Dat volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 5 juni. De eigenaar van een prostitutiebedrijf in Alkmaar ging in hoger beroep bij de Afdeling en stelde dat de leeftijdsgrens uit de APV in strijd is met hogere nationale regelgeving en de Dienstenrichtlijn.

Voorschriften aan de exploitatievergunning

De appellant had een exploitatievergunning voor zijn prostitutiebedrijf gekregen. Aan de vergunning was een leeftijdseis van 21 jaar voor prostituées verbonden. De appellant was het niet eens met dit voorschrift en stelde dat de leeftijdseis in strijd zou zijn met de Gemeentewet, de Grondwet, algemene rechtsbeginselen en de Europese Dienstenrichtlijn. De Dienstenrichtlijn stelt dat er bepaalde eisen gelden aan vergunningstelsels, onder andere dat ze evenredig en gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang moeten zijn.

Hogere nationale regelgeving

De Afdeling oordeelde dat het voorschrift uit de APV van Alkmaar niet in strijd is met de nationale hogere regelgeving. De leeftijdseis dient namelijk ter bescherming van de prostituées en om misstanden in de prostitutie te voorkomen. Tevens heeft de leeftijdsgrens geen invloed op de invulling van de rechtsverhouding tussen de exploitant en de sekswerker. Ten aanzien van het recht op vrije arbeidskeuze, neergelegd in de Grondwet, oordeelt de Afdeling dat dit niet strekt tot de bescherming van het belang van de appellant.

Dienstenrichtlijn

De appellant stelt verder dat het voorschrift in strijd zou zijn met artikel 10 lid 2, aanhef en sub b en c van de Dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG). Dit artikel betreft de voorwaarden voor vergunningstelsels. Volgens sub b en c dienen deze voorwaarden gerechtvaardigd te zijn volgens een zogeheten ‘dwingende reden van algemeen belang’ en evenredig te zijn met die reden van algemeen belang.
De Afdeling oordeelt dat het instellen van een leeftijdsgrens een maatregel is die misstanden in de prostitutie dient te voorkomen. Dit is volgens de Afdeling een dwingende reden van algemeen belang. De Afdeling sluit hierbij aan bij de uitspraak van het Europese Hof in de zaak van Omega-Spielhallen (ECLI:EU:C:2004:614) waarin het Hof oordeelde dat menselijke waardigheid beschouwd dient te worden als een algemeen rechtsbeginsel.
De maatregel is tevens evenredig. De Afdeling stelt dat de maatregel niet zo ver gaat dat prostitutie in het geheel wordt verboden en dat de leeftijdsgrens niet zo hoog is dat de groep sekswerkers beperkt wordt. De Afdeling komt daarmee tot het oordeel dat de maatregel geschikt is om het beoogde doel te bereiken en bovendien niet verder gaat dan noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken.

Conclusie

De Afdeling komt tot het oordeel dat de leeftijdsgrens voor sekswerkers in de APV van Alkmaar niet in strijd is met hogere nationale regelgeving of de Dienstenrichtlijn. De burgemeester van Alkmaar mocht dit voorschrift dus verbinden aan het verlenen van de vergunning.

Bron:

ABRvS 5 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1818

Meer informatie

Dienstenrichtlijn, dossier Kenniscentrum Europa Decentraal
Rechtspraak over de toepassing van de Europese Dienstenrichtlijn: Een handleiding voor decentrale overheden, factsheet Kenniscentrum Europa Decentraal