De voorgestelde Europese begroting voor 2020 sluit goed aan bij de Nederlandse prioriteiten met betrekking tot concurrentiekracht, werkgelegenheid en veiligheid. Dat schrijft minister van Financiën Wopke Hoekstra in een brief aan de Tweede Kamer. Tegelijkertijd maakt het kabinet zich zorgen om de tijdige implementatie van maatregelen die door de begroting bekostigd worden. Nederland zal haar standpunt naar voren brengen in de Raad van de Europese Unie, die de begroting samen met het Europees Parlement moet vaststellen.
Europese begroting 2020
In juni presenteerde de Europese Commissie de conceptbegroting voor 2020. Dit is de laatste begroting van het huidige Meerjarig Financieel Kader (MFK 2014-2020). Met de begroting is in totaal een bedrag van € 168,3 miljard gemoeid. Dit is een toename van ongeveer 1,5% ten opzichte van de begroting van 2019.
Een belangrijke prioriteit op de begroting voor 2020 is volgens de Commissie het investeren in de concurrentiekracht van de Europese economie, onder meer door het bestrijden van jeugdwerkloosheid. Daarnaast is er speciale aandacht voor veiligheid, waarbij het Europees grens- en kustwachtagentschap Frontex in 2020 ruim € 420 miljoen krijgt om een grenswachterscorps van 10.000 man te mobiliseren.
De Europese begroting bestaat doorgaans uit vastleggingskredieten en betalingskredieten. Vastleggingskredieten zijn de bedragen waarvoor in een bepaald jaar contracten kunnen worden gesloten. Betalingskredieten zijn de bedragen die daadwerkelijk worden uitbetaald.
Kabinetsreactie
De Nederlandse regering is tevreden met bovengenoemde prioriteiten, aangezien dit ook onderwerpen zijn waarop Nederland de aandacht wil vestigen binnen de EU. Dat schrijft minister Hoekstra in een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij het voorstel van de Commissie toelicht en namens het kabinet van commentaar voorziet. Wel merkt de minister op dat de conceptbegroting volgens het kabinet te weinig ruimte biedt om in te kunnen spelen op onvoorziene omstandigheden. Dit heeft te maken met de marge die overblijft voor nieuwe vastleggingskredieten. Nederland zal volgens de minister bij de andere lidstaten pleiten voor het vergroten van deze marge door andere begrote vastleggingen te verlagen.
Wat betreft de betalingskredieten is de marge in de conceptbegroting juist te ruim volgens de minister. De betalingen blijven achter bij de vastleggingen. Hierdoor dreigt uitstel van betalingen, wat druk zet op de begroting voor de komende jaren. Het kabinet benadrukt het belang van tijdige implementatie van betalingen. Dit voorkomt uitstelgedrag en verbetert bovendien de voorspelbaarheid van de begroting voor de komende jaren. Dit is belangrijk aangezien de hoogte van de begroting deels bepaalt welk bedrag Nederland elk jaar aan de EU moet afdragen.
In de conceptbegroting stelt de Commissie ook voor vastleggingskredieten die eerder geannuleerd waren in 2020 toch weer beschikbaar te maken. Het kabinet is niet enthousiast over dit voorstel. Volgens de minister zou op deze manier de prikkel om begrote uitgaven ook tijdig te doen worden weggenomen.
Vervolg
Nederland moet samen met de andere EU-lidstaten tot een gezamenlijk standpunt over de conceptbegroting komen. Dit moet uiterlijk op 24 juli gebeuren, wanneer de Europese ministers van financiën samen vergaderen in de Raad. Naar verwachting neemt het Europees Parlement uiterlijk begin oktober een positie in. In november van dit jaar moeten beide partijen dan tot een akkoord komen.
Bron
Voorstel Europese begroting 2020, Kamerbrief Ministerie van Financiën
Meer informatie
Voorgestelde Europese begroting investeert in concurrentiekracht, klimaat en veiligheid, Kenniscentrum Europa Decentraal
Wat is de relatie tussen de Staat van de Unie, het werkprogramma en het Meerjarig Financieel kader?, Kenniscentrum Europa Decentraal