Nieuws

Publicatie: 13 mei 2019

Door: en


Op 9 mei organiseerde het Huis van de Nederlandse Provincies een Europees verkiezingsdebat der Lage Landen met Nederlandse lijsttrekkers. Tien lijsttrekkers namen deel aan het debat rondom vier thema’s: democratie, migratie, de EU-begroting en klimaatproblematiek. Tegelijkertijd vond er in Brussel een Europees verkiezingsdebat plaats met Vlaamse lijsttrekkers en kandidaten.

Debat

Aan de hand van vier stellingen gingen de tien lijsttrekkers met elkaar in debat. Per debat kreeg het publiek via spoorbordjes met een rode en groene kant de kans om voor of tegen de stelling te stemmen. Halverwege het debat en aan het einde van het debat schakelde de moderator Elisabeth van den Hoogen met de moderator aan Vlaamse kant Ihsane Chioua Lekhli. Zij bespraken de overeenkomsten en verschillen tussen het Nederlandse en Vlaamse debat. Zo stemde aan Vlaamse kant een groot gedeelte van het publiek vóór compensatie van de Europese begroting na de Brexit terwijl de meningen daar in Nederland over uiteen liepen.

Stellingen

Malik Azmani (VVD) en Arnout Hoekstra (SP) gingen het debat aan over de stelling ‘De Europese Unie moet dé voortrekker zijn in aanpak klimaatproblematiek’. Hoekstra gaf aan dat grootvervuilers moeten worden aangepakt en dat er snel actie moet worden ondernomen. Azmani zei daarop dat de klimaatproblematiek inderdaad moet worden aangepakt maar dat er geen overhaaste besluiten moeten worden genomen aangezien er dertig jaar tijd voor is.
Bij de tweede stelling ‘De impact van de Brexit op de Europese begroting moet financieel gecompenseerd worden’ gingen Esther de Lange (CDA), Toine Manders (50PLUS) en Marcel de Graaff (PVV) de discussie met elkaar aan. De Graaff (PVV) zegt dat er veel te veel geld naar Europa gaat en dat Nederland uit de Europese Unie moet stappen. De Lange (CDA) gaf aan dat er maar 1% van de EU-begroting in migratie wordt geïnvesteerd, terwijl dit van groot belang is voor veel Europeanen. Manders (50PLUS) zei dat er niet te negatief moet worden gedaan over Europa maar dat bijvoorbeeld de kostenpost ‘Straatsburg’ moet worden afgeschaft.
Sophie in ’t Veld (D66) en Derk Jan Eppink (Forum voor Democratie) kregen de stelling ‘Op Europees niveau schiet de democratie tekort’. In ’t Veld benadrukte de democratische waarden van de Europese Unie en dat lidstaten de EU nodig hebben om tegenwicht te bieden aan grote bedrijven en opkomende economieën. Derk Jan Eppink was het daar niet mee eens en zei dat Europa op weg is een superstaat te worden waarvan Nederland een provincie is.
De laatste stelling van de avond was ‘De Europese Unie heeft migratie van buiten Europa nodig’. Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren), Peter van Dalen (ChristenUnie-SGP) en Ayhan Tonca (DENK) namen het hier tegen elkaar op. Zo zei Hazekamp (PvdD) dat Europa te veel grondstoffen gebruikt waardoor andere continenten onleefbaar worden. Tonca (DENK) zei juist dat migratie niet het grote gevaar is maar de opkomst van rechts-extremisme. Van Dalen (ChristenUnie-SGP) benadrukte dat er geen migratie van buiten Europa nodig is omdat we genoeg hebben aan migratie binnen Europa.
Het Europees verkiezingsdebat der Lage Landen werd georganiseerd in samenwerking met VLEVA en Vlaams-Nederlands huis deBuren.