Nieuws

Publicatie: 8 april 2019

Door:


De Commissie voor Landbouw en Plattelandsontwikkeling (AGRI-commissie) van het Europees Parlement heeft dinsdag 2 april gestemd over de voorstellen voor de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) dat vanaf 2021 in werking zal treden. De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid  (ENVI-commissie) van het Europees Parlement nam al in februari haar positie in. Het Europees Parlement heeft volledige medebeslissingsbevoegdheid op de GLB wetsvoorstellen en speelt samen met landbouwministers in de Raad dus een belangrijke rol in de totstandkoming van het nieuwe GLB.

Gemeenschappelijke marktordening

Het eerste gedeelte van de hervorming van het GLB is gericht op de nieuwe EU-regels voor een gemeenschappelijke marktordening (GMO) in landbouwproducten na 2020. De nieuwe EU-regels omvatten onder andere uitbreiding van het aanbodbeheer en het volume-reductieprogramma naar alle sectoren.
De huidige regeling verleent steun aan melkveehouders die in een poging om de prijzen te stabiliseren vrijwillig minder produceren in tijden van ernstige marktonevenwichtigheden. Deze regeling moet worden uitgebreid naar alle sectoren, vinden de Europarlementariërs. Als de situatie niet verbetert, moet de Commissie een heffing opleggen aan alle producenten die hun leveringen verhogen, aldus de aangenomen tekst.
Om de transparantie van de markt te verbeteren en beter voorbereid te zijn op potentiële marktturbulentie, stellen de AGRI-leden voor om één enkel waarnemingscentrum voor landbouwmarkten in de EU op te richten. Een centrum dat zich richt op een breed scala aan sectoren, waaronder granen, suiker, olijfolie, fruit en groenten, wijn, melk en vlees. Het waarnemingscentrum zou statistische gegevens moeten verzamelen over productie, levering, prijzen, winsten, import en export, en waarschuwen voor vroege marktverstoringen.

Rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling

Het tweede gedeelte van de hervorming van het GLB is gericht op de nieuwe EU-regels voor rechtstreekse betalingen en plattelandsontwikkeling na 2020. In het tweede gedeelte van de hervorming koos de AGRI-commissie voor het limiteren van betalingen aan grotere bedrijven, en voor meer financiële ondersteuning voor kleine boerenbedrijven, jonge en vrouwelijke boeren.
Lidstaten zouden jaarlijkse rechtstreekse betalingen aan landbouwers moeten maximaliseren tot een bedrag van € 100.000, maar ze zouden boeren in staat kunnen stellen om 50% van de landbouw gerelateerde salarissen af ​​te trekken van het totale bedrag vóór de vermindering. Ze willen ook ten minste 5% van de nationale rechtstreekse betalingen aan kleine en middelgrote boeren geven via een speciale herintroductie per ha.
Ten minste 2% van de nationale begrotingen voor rechtstreekse betalingen moet naar jonge landbouwers gaan. Verdere steun voor jonge landbouwers moet worden verleend uit middelen voor plattelandsontwikkeling. De AGRI-leden willen ook dat de lidstaten geld voor plattelandsontwikkeling gebruiken voor specifieke acties om een grotere opname van vrouwen in plattelandseconomieën te bevorderen.
Daarnaast bevat het tweede gedeelte ook de regels omtrent de nationale strategische plannen. In het nieuwe GLB moeten de lidstaten nationale strategische plannen opstellen waarin zij uitwerken hoe het GLB gaat bijdragen aan de doelen van het GLB. Deze plannen moeten worden goedgekeurd door de Europese Commissie. Volgens de AGRI-commissie moet de aanleveringsdeadline voor de lidstaten van deze plannen worden uitgesteld van 2021 naar 2022 zodat er meer tijd is om ze aan te passen.
De meerderheid van de AGRI-commissie wil dat de door de Europese Commissie voorgestelde conditionaliteit voor het ontvangen van de inkomenssteun, (vervanging van de huidige cross-compliance) geschrapt wordt. Drijfveer hiervoor is de wens om de administratieve lasten in de toekomst terug te kunnen dringen. De stellingname van de AGRI-commissie laat zien dat de conditionaliteit een belangrijk discussiepunt zal zijn in het verdere wetgevingsproces. De AGRI-commissie ziet meer in financiële stimulansen voor het verduurzamen van het GLB en wil daarom dat minstens 20% van de nationale allocaties voor directe betalingen wordt gereserveerd voor “eco-regelingen”. Dit zijn vrijwillige milieu- en klimaatmaatregelen die nationaal kunnen worden bepaald  waarvoor boeren GLB geld ontvangen in aanvulling op de GLB basisinkomensteun. Daarnaast wil de AGRI-commissie dat  ook 30% van het budget voor het Plattelandsontwikkeling Programma (POP) wordt gereserveerd voor de betaling van milieu en klimaat maatregelen, zoals bijvoorbeeld via groenblauwe diensten.

Milieucommissie

De positie van de ENVI-commissie verschilt met die van AGRI-commissie. De ENVI-Commissie   wil bijvoorbeeld dat de milieu- en klimaatvoorwaarden die de Commissie had voorgesteld voor het ontvangen van inkomenssteun juist worden aangescherpt en uitgebreid. Daarnaast pleit de ENVI commissie dat ten minste 30% van de nationale allocaties voor inkomenssteun wordt gereserveerd voor de eco-regelingen, ook moet tenminste 40 % van de POP gelden worden vrijgehouden voor diensten van boeren voor het klimaat en milieu. Verder moeten de lidstaten volgens de ENVI-commissie concrete doelstellingen behalen met het geld dat ze uitgeven. Verder scherpt de ENVI-commissie de manier aan waarop het wel of niet behalen van die doelstellingen wordt gemeten.

Vervolg Europees Parlement

Op maandag 8 april stemt de AGRI-commissie over het laatste van de drie wetsvoorstellen voor een nieuw landbouwbeleid, namelijk de horizontale verordening inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het GLB.
Het lukt het Europees Parlement echter niet meer om nog voor de Europese verkiezingen van 23-26 mei in een plenaire stemming te beslissen over de posities van de AGRI – en ENVI commissie op de GLB voorstellen.  Hierdoor zal er na de EU verkiezingen door het nieuwe Europees Parlement moeten worden bepaald of dit alsnog gebeurt, óf dat de behandeling van voren af aan zal worden begonnen in het parlement.

Vervolg Raadstraject

Naast het Europees Parlement moeten ook de lidstaten nog hun positie bepalen over het GLB. De onderhandelingen tussen de Europese ministers voor Landbouw in de Raad zijn nog niet in de afrondende fase. Het onderhandelingsproces wordt vooral geremd door de onzekerheden over de Brexit en het nieuwe EU Meerjarig Financieel Kader voor 2021-2027. Pas wanneer het Europees Parlement en de lidstaten in de Raad hun positie op de GLB voorstellen officieel hebben ingenomen, kan worden begonnen aan de onderhandelingen om tot een compromis akkoord te komen. Het is daarom nog onduidelijk of de nieuwe GLB wetgeving op 1 januari 2021 ook daadwerkelijk in kan gaan en of er een transitieperiode moet worden ingesteld. Of dit ook gevolgen heeft voor de nationale strategische plannen die lidstaten moeten opleveren is nog niet bekend.

Bronnen:

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid EU moet veel groener, Duurzaam nieuws
Fairer, simpler, more flexible EU farm policy: MEPs vote on post-2020 reform, Europees Parlement
Protecting farmers and quality products: vote on EU farm policy reform plans, Europees Parlement