Tijdens de Europese Raad van 17 en 18 oktober 2019 zijn de onderhandelingen tussen de lidstaten over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK), de meerjarenbegroting van de EU voor de periode 2021-2027, voortgezet. In dit artikel worden het Nederlandse standpunt en de discussiepunten tijdens de vergadering, waaronder het nieuwe Eigen Middelenbesluit, conditionaliteiten met betrekking tot de rechtstaat en structuurfondsen, en de Brexit verder toegelicht.
Stand van zaken Meerjarig Financieel Kader
Het Finse voorzitterschap van de Raad van de EU presenteerde tijdens de Europese Raad de huidige stand van zaken omtrent de MFK-onderhandelingen. In de brief die minister van Buitenlandse Zaken, Stef Blok, heeft gestuurd naar de Tweede Kamer over de Europese Raad wordt gemeld dat ‘de discussie in grote lijnen het verloop van de Raad Algemene Zaken van 15 oktober [volgde] en zich toespitste op de totaalomvang van het MFK, de omvang van de verschillende uitgavencategorieën en de financiering.’ Over deze bijeenkomst van de Raad van de EU berichtte Kenniscentrum Europa decentraal al eerder.
Totaalomvang Meerjarig Financieel Kader
Bij de totaalomvang van het MFK gaat het om de specifieke financiering door lidstaten van het EU-budget, die in de huidige budgetperiode (2014-2020) 1,16% van het bruto nationaal inkomen van de EU27 bedraagt. De Europese Commissie heeft voorgesteld om de bijdrage van de lidstaten aan het EU- budget op basis van het bruto nationaal inkomen naar beneden bij te stellen tot 1,11%.
Samen met een aantal gelijkgezinde landen heeft het kabinet aangegeven dat ‘de door het Finse voorzitterschap voorgestelde bandbreedte voor de totaalomvang te hoog is en geen basis kan vormen voor een akkoord.’ Hiermee wordt geduid op het feit dat een MFK-totaalomvang van slechts 1% van het bruto nationaal inkomen van de EU27 volgens het Kabinet voldoende is.
Financiering
Het huidige MFK van de EU wordt op drie verschillende manieren gefinancierd:
- De jaarlijkse bijdrage van elke lidstaat op basis van het percentage van hun bruto nationaal inkomen;
- Een percentage van alle btw-opbrengsten van de lidstaten. Dit bedraagt momenteel 0,3 % van de totale btw-opbrengsten;
- De douanetarieven die de lidstaten heffen op import uit landen buiten de EU.
Het percentage btw-opbrengsten en de douanetarieven worden ook wel ‘eigen middelen’ genoemd.
In het Commissievoorstel voor een nieuw Eigen Middelenbesluit binnen het MFK werd een aantal nieuwe eigen middelen voorgesteld, waaronder opbrengsten van de verkoop van emissierechten in het Europees systeem van emissiehandel (EU ETS), een uniform afdracht-percentage per kilo niet-gerecycled plastic verpakkingsafval en een nationale afdracht van de jaarlijkse belastbare winst van bedrijven.
Zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer hebben de zogenoemde gele kaart getrokken tegen het voorstel over dit laatste middel. In een Kamerbrief heeft de minister van Financiën, Wopke Hoekstra, eerder aangegeven terughoudend tegenover de introductie van nieuwe eigen middelen te staan, onder andere omdat het voorziet ‘dat het de afdrachten complexer en minder transparant zou maken.’
Conditionaliteit en de rechtsstaat
Overeenkomend met een eerder Commissievoorstel over Europese fondsen, sprak premier Mark Rutte zich namens Nederland, gesteund door meerdere EU-lidstaten, uit voor conditionaliteiten op het vlak van rechtsstatelijkheid, migratie en klimaat. Met conditionaliteit wordt bedoeld dat het houden aan afspraken over de bescherming van de rechtstaat in de EU, migratie en het klimaat de voorwaarde zijn voor de besteding van bepaalde EU-fondsen door een lidstaat.
In het Commissievoorstel uit 2018 werd een nieuw mechanisme voorgesteld waarmee rechtsstaatbeginselen worden gekoppeld aan de goede besteding en financieel management van EU-gelden. Zo kunnen er op de besteding van in Europese structuurfondsen zogenoemde randvoorwaarden van toepassing zijn. Deze randvoorwaarden worden onder andere gelinkt aan de naleving van de Europese staatssteunregels en het EU-Handvest voor de Grondrechten. U kunt hier meer lezen over het voorstel van de Commissie met betrekking tot rechtsstatelijkheid.
Brexit
Het vertrek van het VK, als nettobetaler aan het Europees budget, heeft aanzienlijke gevolgen voor het MFK. Al in juni 2018 voorzag eurocommissaris voor Begroting en personeelszaken Günther Oettinger dat de Brexit een gat van €12 miljard tot €13 miljard per jaar in het EU-budget zou creëren. Daarnaast blijft de mogelijkheid op een Brexit zonder terugtrekkingsakkoord aanwezig, met de economische gevolgen van dien, waaronder meer aanspraak op de noodfondsen.
Nederlandse bijdrage aan de EU
In plaats van een verhoging van het EU-budget en een hogere afdracht voor nettobetalende lidstaten betoogde het kabinet dat de Brexit gepaard moet gaan met een neerwaartse bijstelling van het MFK. Dit meldden de ministers van Financiën en Buitenlandse zaken, respectievelijk Wopke Hoekstra en Stef Blok, namens het kabinet in een Kamerbrief op 1 juni 2018. De conclusie over een neerwaartse bijstelling van het MFK vloeit voort uit de beredenering dat een kleinere EU ook een kleiner budget nodig heeft. Ook noemde premier Mark Rutte het belang van een moderne EU-begroting waarbij een bezuiniging op de traditionele beleidsterreinen, zoals landbouw en cohesiebeleid, een versterking van de innovatieve en concurrerende economie zouden kunnen compenseren.
Vervolgstappen
Naar aanleiding van de gevoerde discussie bij de Europese Raad, zal bij de volgende Europese Raad in december van dit jaar een zogeheten negotiating box, of onderhandelingskader, met cijfers worden gepresenteerd door het Finse voorzitterschap.
Bron
Verslag van de Europese Raad van 17 en 18 oktober 2019, brief van Minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok
Communicatie EU Budget For The Future, Europese Commissie
Voorstel voor een nieuw Eigen Middelenbesluit, Europese Commissie
Meer informatie
Het Meerjarig Financieel Kader: wat is de stand van zaken?, Kenniscentrum Europa Decentraal