Op 17 oktober hebben de onderhandelaars van de EU en het VK een nieuw akkoord bereikt over de Brexit. De Europese Raad (in artikel-50-configuratie) heeft het akkoord bekrachtigd. De Britse premier Johnson kreeg daarnaast een meerderheid in het Britse Lagerhuis voor de tweede lezing van zijn Brexit-deal. Desondanks eiste het Britse Parlement meer tijd om het benodigde wetsvoorstel te bestuderen. De premier moest daarom opnieuw om uitstel van de Brexit vragen aan de Europese Raad.
Britse wetgevingsprocedure en het onderhandelde akkoord
De tweede lezing waarvoor het Britse Lagerhuis heeft gestemd is slechts een beginnend onderdeel van de officiële wetgevingsprocedure. Deze lezing is een debat waarin de hoofdpunten van het Brexit-wetsvoorstel nader kunnen worden onderzocht. Daarna volgen er twee andere fases waarin de leden van het Britse Lagerhuis de kans krijgen om de eventuele aanpassingen van het wetsvoorstel in te dienen. Het Britse Lagerhuis heeft tegen de motie gestemd die het Lagerhuis twee dagen de tijd zou geven om het wetsvoorstel te bestuderen. Het is nog onduidelijk wanneer het Lagerhuis het wetsvoorstel verder zal behandelen. Vanuit de Europese kant volgt de stemming van het Europese Parlement, nadat de Europese Raad het akkoord heeft bekrachtigd. De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders van de verschillende lidstaten. Het Parlement kan na het antwoord van de Europese Raad op het gevraagde uitstel van Johnson stemmen over het akkoord.
Uitstel van de Brexit en de Europese Raad
Twee dagen na het bereikte akkoord tussen de EU en de Britse onderhandelaars heeft Johnson, gedwongen door het Britse Lagerhuis, om uitstel van de Brexit gevraagd bij de Europese Raad. Voor dit uitstel is een unaniem besluit van de Europese Raad nodig. Afgelopen week heeft de voorzitter van de Europese Raad Tusk hierover verschillende staatshoofden gesproken, waaronder de Ierse premier Varadkar.
Na het verzoek van de regering van het VK om de datum voor de Brexit (voorzien op 31 oktober) uit te stellen tot 31 januari 2020, is de EU op 29 oktober 2019 akkoord gegaan met het gevraagde uitstel. Dit betekent dat de nieuwe Brexit-datum uiterlijk 31 januari 2020 (middernacht Nederlandse tijd) wordt – of zoveel eerder als het Britse parlement en het Europese parlement het terugtrekkingsakkoord hebben goedgekeurd.
Transitieperiode
Wanneer het VK de EU verlaat op basis van het terugtrekkingsakkoord van 17 oktober zal er sprake zijn van een transitieperiode tot en met 31 december 2020. Tijdens deze periode zullen het VK en haar vertegenwoordigingen vertrekken uit alle EU-instellingen en -beleidsvormingsprocessen. Maar het totaal van EU-verdragen, verordeningen, richtlijnen en jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie (het acquis) zal voor het VK blijven gelden.
Politieke verklaring
In de transitieperiode zal worden onderhandeld over een vrijhandelsakkoord, zoals beschreven in de herziene Politieke Verklaring. Deze verklaring beschrijft de ambities voor de toekomstige relatie tussen het VK en de EU. De belangrijkste aanpassing van de Politieke Verklaring, vergeleken met de verklaring zoals die was afgesproken met Johnsons voorganger Theresa May, betreft het economische aspect van de toekomstige relatie. De Politieke Verklaring bevat nu een paragraaf met de gedeelde ambitie om een vrijhandelsakkoord zonder invoerrechten en quota te overleggen, waarin het waarborgen van een gelijkspeelveld moet zorgen voor een toekomstige relatie gebaseerd op open en eerlijke concurrentie.
In het vorige terugtrekkingsakkoord werd vermeld dat deze transitieperiode met één of twee jaar kan worden verlegd indien het VK hierom vraagt (artikel 132 lid 1). Dit zou een verlenging van de transitieperiode tot 31 december 2022 mogelijk kunnen maken, mits het VK blijft bijdragen aan het EU-budget (artikel 132 lid 2 sub d). Een gezamenlijke commissie zal gedurende de verlenging van de transitieperiode bepalen hoeveel het VK precies moet bijdragen aan het EU-budget. Wanneer er geen bindende afspraken over het vrijhandelsakkoord zijn gemaakt vóór het einde van de transitieperiode, vervalt in het VK na 31 december 2020 alsnog het aqcuis en blijft de toekomstige handelsrelatie tussen het VK en de EU open.
Desalniettemin blijft de kans dat het uiteindelijk niet lukt om tot goedgekeurde afspraken over de Brexit met het VK te komen (no deal) nog steeds aanwezig, zolang het Brexit-akkoord niet is goedgekeurd door alle partijen. Van de bovengenoemde transitieperiode, zoals beschreven in het nieuwe terugtrekkingsakkoord, zal dan geen sprake zijn.
Bronnen:
The Brexit deal has not passed Parliament, Full Fact
Brexit: What did you agree with the UK today?, persbericht Europese Commissie
Meer informatie
Voornaamste resultaten 17 oktober 2019, Buitengewone Europese Raad (art. 50)
Britse Lagerhuis verwerpt opnieuw terugtrekkingsakkoord, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal
VK-Regering en Europese Commissie bereiken akkoord, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal
VK doet nieuw voorstel in de Brexit-onderhandelingen, nieuwsbericht Kenniscentrum Europa Decentraal