HvJ-EG, 13 november 2008. Zaak C-324/07. In het Coditel arrest geeft het Hof verdere uitleg over het zogenaamde toezichtcriterium (het eerste Teckalcriterium) bij quasi-inbesteden in het geval van intergemeentelijke samenwerking. In een gezamenlijke vennootschap tussen meerdere overheidsinstanties volstaat een toezicht door een meerderheid om als toezicht zoals op hun eigen diensten te worden aangemerkt.
Prejudiciële vragen
De gemeente Ukkel gaf een openbare dienstenconcessie (TV-net) uit aan ICV. ICV verrichte alleen diensten voor bij haar aangesloten gemeenten. De Belgische Raad van State stelde het Hof naar aanleiding hiervan drie prejudiciële vragen:
- Kan een gemeente, zonder een aanbesteding uit te schrijven, toetreden tot een coöperatieve vennootschap (cv)? Rekening houdend dat deze cv uitsluitend bestaat uit andere (verenigingen van) gemeenten. En met het doel beheerstaken (in dit geval een concessieovereenkomst voor openbare (kabeltelevisie)diensten) aan deze cv over te dragen. In de zaak Coditel verrichte de cv alleen diensten voor bij haar aangesloten gemeenten. De beslissingen worden genomen door de raad van bestuur en daaronder hangende sectorcomités. Ze beslissen bij meerderheid.
- De controle over de beslissingen van de cv wordt uitgevoerd door alle aangesloten leden, via de statutaire organen. De vraag is of zij op deze manier in staat zijn toezicht uit te oefenen, zoals op hun eigen diensten.
- Moet die controle en dat toezicht door elk aangesloten lid individueel worden uitgeoefend? Of volstaat meerderheidsbesluitvorming?
Antwoord eerste twee vragen
De eerste twee vragen worden bevestigend beantwoord. (Zie ook r.o. 26, 27, 39, 40). Een overheidsinstantie mag, zonder een aanbesteding uit te schrijven, een concessie voor openbare diensten toewijzen aan een intergemeentelijke cv, waarvan alle vennoten overheidsinstanties zijn. Ook wanneer deze instanties op die cv toezicht uitoefenen zoals op hun eigen diensten. En als de cv voornamelijk haar werkzaamheden verricht ten behoeve van deze instanties.
Diverse Verdragsartikelen (art. 43 en 49) en beginselen (gelijkheid, non-discriminatie en transparantie) verzetten zich niet tegen bovenstaande. Het Hof stelt dat in deze zaak de aangesloten leden toezicht uit oefenen, zoals op hun eigen diensten. Deze uitspraak is wel onder voorbehoud van nader onderzoek van de Belgische Raad van State over de mate van zelfstandigheid waarover de betreffende cv beschikt.
Antwoord derde vraag
Het antwoord op de derde vraag luidt dat toezicht door een meerderheid volstaat (zie r.o. 54). Dit toezicht hoeft niet door elke gemeente individueel uitgeoefend te worden, maar moet wel gezamenlijk en effectief zijn. Een overheidsinstantie kan toetreden tot een intergemeentelijke cv, waarvan alle vennoten overheidsinstanties zijn, om aan die vennootschap het beheer van een openbare dienst over te dragen. Het toezicht op de vennootschap door de aangesloten instanties kan gezamenlijk worden uitgeoefend. Er is hier vaak sprake van meerderheidsbeslissing.