Nieuws

Publicatie: 14 oktober 2019

Door: en


Sinds september zijn Bert-Jan Ruissen (SGP) en Annie Schreijer-Pierik (CDA) de vaste Nederlandse leden in de landbouwcommissie van het Europees Parlement. Wat willen zij de komende jaren met hun nieuwe portefeuille bereiken? Voor deze landbouw-editie van de Europese Ster gingen we met hen in gesprek. In dit artikel vindt u een verslag van het interview met mw. Schreijer-Pierik. Het interview met dhr. Ruissen vindt u hier.

Wat is uw motivatie om deze periode in de AGRI commissie plaats te nemen?

Schreijer-Pierik: “Mijn motivatie, zowel de afgelopen 5 jaar als ook het aankomende mandaat, is het behoud van gezins- en familiebedrijven, voedselproductie en voedselzekerheid.”

Wat valt u tot nu toe op in de AGRI commissie?

Schreijer-Pierik: “Allereerst is er, wellicht niet voor het oog, maar wel in werkelijkheid, een enorme verschuiving gaande in het Europees Parlement. Met daarbij opvallend veel nieuwe collega’s. Binnen mijn eigen EVP-fractie bijvoorbeeld hebben we te maken met 41% nieuwe Europarlementsleden. Het volgende dat me enorm opvalt is de enorme macht en mogelijkheden van Oost-Europa. Ook met in gedachten de nieuwe Eurocommissaris Janusz Wojciechowski en de mogelijke nieuwe samenstelling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zullen deze landen een enorme inhaalslag gaan maken ten opzichte van Nederland. Als laatste hebben we in Nederland nog altijd de houding om op elke Europese wet- en regelgeving een schep bovenop te doen.”

Wat is het belangrijkste dat u de komende vijf jaar in de commissie wilt bereiken?

Schreijer-Pierik: “De aankomende vijf jaar zijn cruciaal op gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling. Het is van wereldbelang dat er voldoende hoogwaardig voedsel wordt geproduceerd. Hierbij is het voor Nederland van belang om de voorkeurspositie te behouden en dit in Europese context te plaatsen in samenspraak met klimaat- en natuurdoelstellingen. Dit mag echter absoluut niet ten koste gaan van onze gezins- en familiebedrijven.”

En op de kortere termijn: wat moet er wat u betreft in het werkprogramma komen van de Europese Commissie ten aanzien van landbouw?

Schreijer-Pierik: “Er moet in het algemeen meer aandacht komen voor onze landbouwers, die dag en nacht met passie bezig zijn om ons een gezond product te leveren. Europa bezit de meest gezonde producten ter wereld. We moeten echter wel het ondernemersklimaat behouden waarin onze boeren dit kunnen blijven bewerkstelligen. Deze boodschap heb ik persoonlijk aan onze Europees Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen gegeven.”

Europa moet volgens mevrouw Von der Leyen in 2050 CO2 neutraal zijn. Frans Timmermans wordt verantwoordelijk voor de green deal die hiertoe moet leiden. Hoe kijkt u naar de aangekondigde green deal in relatie tot landbouw? Wat moet hier wel en niet in komen te staan?

“Het is in feite heel simpel. Het moet haalbaar, betaalbaar en uitvoerbaar zijn. En daarbij kunnen we van alles willen en verlangen, maar een boer kan niet groen denken als hij rood staat, zo simpel is het. Realistische doelstellingen moeten worden gevormd. En deze doelen moeten samen met de boeren worden gevormd. Praat met boeren in plaats van over boeren. Als laatste weten enorm veel burgers ook niet hoe ver de Nederlandse boer voorloopt op het gebied van CO2-reductie ten opzichte van boeren collega’s uit andere lidstaten.”
“Een boer kan niet groen denken als hij rood staat.”

Maakt het voor de Nederlandse boer wat uit dat twee Nederlanders – Timmermans en Samsom –  hier de kar trekken? Is dit positief of negatief?

Schreijer-Pierik: “Dit is negatief. Het is van belang dat Nederlandse agrariërs worden gewaardeerd voor het produceren van het meest duurzame en gezonde stukje voedsel. Met het partijprogramma van de PvdA, waaraan Timmermans verbonden is, en met de activistische achtergrond van Samsom ben ik sceptisch. Dan is het des te belangrijker dat we er met zijn allen scherp bovenop blijven zitten.”

Hoe kijkt u aan tegen de boerenprotesten in Nederland en wat kan de EU voor de protesterende boeren betekenen?

Schreijer-Pierik: “Onze gezins- en familiebedrijven worden al jaren voor de gek gehouden. In 2015 heb ik al gepleit voor een beter model dan de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Men wilde hier toentertijd niet naar luisteren. En nu zitten we in de knel. Uiteindelijke draait het om maatschappelijke belangen. Zoals het er nu naar uitziet delft de Nederlandse agrarische sector het onderspit en zijn de dienstverlenende industrie en vliegmaatschappijen in het voordeel. Terwijl de agrarische sector de enige sector is die stikstof juist vastlegt ten behoeve van de bodemvruchtbaarheid. De boer krijgt de schuld in deze stikstof hetze.”
“Onze familie- en gezinsbedrijven worden al jaren voor de gek gehouden.”

Hebben we in Nederland wel zoveel boeren nodig als het allergrootste deel voor de export bestemd is, maar ons land zo klein is dat het zorgt voor veel natuurschade?

Schreijer-Pierik: “Op dit moment is nog zo’n 3,5% van alle boeren onder de 35 jaar. Dit is zorgwekkend en brengt met zich mee dat er ook een groot aantal boeren gaat stoppen in de toekomst. Daarnaast wordt er vaak gesuggereerd dat alle agrarische producten vanaf de boer richting het buitenland gaan. Hierin wordt vergeten dat wij Nederlanders een geweldige handelsmentaliteit hebben en dus veel halffabricaten juist importeren om vervolgens te exporteren.”

Waar ligt wat u betreft de oplossing voor het stikstofprobleem, is dat lokaal, regionaal in Den Haag of in Brussel?

Schreijer-Pierik: “Daarin ben ik vanaf het begin af aan zeer duidelijk in geweest. Wij moeten de drempelwaarde gelijkstellen aan dat van onze buurlanden Duitsland en België. In Nederland hanteren wij een drempelwaarde van 0,05 mol stikstof. Duitsland hanteert een drempelwaarde van 7,14 mol stikstof en ook België hanteert niet zo´n strenge norm (3% van de kritische depositiewaarde, dit is de hoeveelheid depositie dat in Natura-2000 gebieden mag neerslaan op de door ons zelf aangewezen beschermde plantjes) afhankelijk per gebied. Nederland snijdt zichzelf hiermee in de vingers, door het ophogen van deze drempelwaarde kunnen de 18.000 stilliggende projecten worden hervat.”

Hoe kijkt u aan tegen de Poolse kandidaat-eurocommissaris landbouw Janusz Wojciechowski?

Schreijer-Pierik: “Ik vind hem vakkundig.”

Uit het voorstel van de Commissie komt naar voren dat het GLB-budget met 15% naar beneden moet in verhouding met het huidige budget. Waarbij het Nederlandse gedeelte ook naar beneden gaat. Verder komt er meer aandacht voor innovatie en minder directe inkomenssteun voor boeren. Hoe kijkt u hiernaar?

Schreijer-Pierik: “Dat het budget daalt is bekend. Echter is de exacte invulling van het GLB nog niet bekend. Met mijn amendement van de ecosysteemdiensten kunnen boeren, als alles afgerond is, opplussen in toeslagen. Echter is nu van cruciaal belang hoe we het GLB gaan hervormen en in welke tijdsperiode.”

Wat wilt u onze lezers meegeven?

Schreijer-Pierik: “Vroeger zei men altijd tegen mij, in de tijd dat ik lid van de Tweede Kamer was, “het mag niet van Brussel”. Hier is dus niets van waar. Elke lidstaat levert zijn eigen plannen aan. Slechts de ingediende plannen door de lidstaat zelf worden hierop gecontroleerd door Brussel.”