Bescherming van werknemers
De Europese Unie kent regelgeving die werknemers goede arbeidsomstandigheden, veiligheid en bescherming tegen discriminatie garandeert. Op deze pagina leest u daar meer over.
Een van de belangrijke vrijheden van de interne markt is dat EU-burgers vrij binnen de grenzen van de EU kunnen bewegen. Het recht op vrij verkeer van personen is uitgewerkt in de Burgerschapsrichtlijn. Burgers hebben op grond hiervan het recht om langer dan drie maanden in een andere EU-lidstaat te verblijven.
De Europese Unie kent regelgeving die werknemers goede arbeidsomstandigheden, veiligheid en bescherming tegen discriminatie garandeert. Op deze pagina leest u daar meer over.
In de Europese Unie geldt dat werknemers vrij zijn om in andere lidstaten dan hun lidstaat van herkomst te gaan werken. Het vrij verkeer van werknemers is voor decentrale overheden van belang in hun rol van werkgever. Het verbod op discriminatie op basis van nationaliteit tussen werknemers van de EU-lidstaten is ook te zien in beleidsterreinen als burgerzaken en huisvesting. Decentrale maatregelen kunnen hierbij het vrij verkeer van werknemers belemmeren. Op deze pagina vindt u meer informatie over het vrij verkeer van werknemers.
De bepalingen in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) die het vrij verkeer van personen garanderen, waren lange tijd gericht op economisch actieve personen, zoals werknemers of zelfstandigen. Dit veranderde door de introductie van het EU-burgerschap. Personenverkeer omvat nu ook het vrij verkeer van EU-burgers. Op deze pagina vindt u meer informatie over EU-burgerschap.
Op grond van artikel 21, lid 1 VWEU heeft iedere burger van de Europese Unie het recht vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven. In richtlijn 2004/38/EG zijn de voorwaarden uitgewerkt voor de uitoefening van het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten door burgers van de Unie. Artikel 4, lid 3 van de richtlijn bepaalt dat lidstaten verplicht zijn om hun burgers overeenkomstig hun wetgeving een identiteitskaart of een paspoort te verstrekken waarin hun nationaliteit is vermeld. De grondrechten van de Europese burger, waaronder het recht op vrij verkeer en vrij verblijf, zijn expliciet vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
De Europese Commissie wil tegen eind 2023 een Europese gehandicaptenkaart introduceren die voor alle EU-landen geldt. Dit bevordert het vrij verkeer voor personen met een handicap.
Een lidstaat mag het vrij verkeer van personen niet belemmeren door het verblijfsrecht van een derdelander (niet zijnde een Unieburger) die getrouwd is met een Unieburger van hetzelfde geslacht, te weigeren.