Een lokale startende ondernemer heeft een interessant idee voor een technische oplossing die kan bijdragen aan het behalen van onze lokale klimaatdoelstellingen. De ondernemer heeft onze gemeente benaderd voor een garantstelling van 100% zodat zij bij een bank een lening kan verzekeren. Met die lening wil zij de lokale productiefaciliteiten voor haar bedrijf aanschaffen. Omdat het om kostbare investeringen gaat, eist de bank een garantstelling van 100%. Wij hebben een starters-regeling opgesteld waarin we een mogelijkheid voor garantieverstrekking hebben opgenomen. We hebben de regeling niet kennisgegeven, maar kiezen ervoor om dit per individuele beschikking te doen. Nu vragen wij ons af: is er bij een garantie altijd sprake van staatssteun? Zo ja, valt de garantie dan onder artikel 22 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, zodat wij dit alleen mede hoeven te delen en niet op goedkeuring hoeven te wachten?
Antwoord in het kort
Ja, een garantstelling kan binnen het staatssteunbegrip vallen. Er wordt mogelijk een voordeel gegeven aan een onderneming dat zij onder normale voorwaarden niet zou hebben ontvangen. Daarbij moet opgemerkt worden dat zowel artikel 22 van de AGVV als in Mededeling [Garantstellingen] als randvoorwaarde stellen dat de maximale garantie 80% van de gegarandeerde hoofdsom mag bedragen.
Antwoord
Een garantstelling is een overeenkomst tussen twee partijen, waarbij in de meest voorkomende vorm, de ene partij (hier, de gemeente) stelt om de betalingsverplichting van een andere partij (hier, de ondernemer) op zich te nemen in het geval dat deze ondernemer daar niet aan kan voldoen. Zeker in het geval van startende MKB-ers komen garantstellingen vaak voor omdat startende ondernemers nog niet voldoende vermogen of verdiencapaciteit kunnen aantonen tegenover investerende partijen zoals banken. Met een garantstelling is een bank vervolgens zeker van het feit dat, wanneer zij wordt benaderd door de ondernemer voor een lening, er hoe dan ook aan de betalingsverplichting wordt voldaan. Garantstellingen kunnen variëren in complexiteit, maar een onderdeel dat hoe dan ook verschilt per overeenkomst, is het percentage van de te verkrijgen schuld of investering waarvoor de garantsteller de garantie afgeeft. Dit hoeft vaak niet het volledige bedrag te zijn, aangezien een ondernemer wel een opstartkapitaal heeft, maar vaak niet genoeg om zekerheid te kunnen met het oog op de gewenste lening. Het garantstellingspercentage houdt in dat, bijvoorbeeld bij een lening van € 1 miljoen en een garantiepercentage van 80%, een garant staande partij maar tot maximaal € 800.000,- verplicht is voor het voldoen van de vordering die op de leningnemer rust wanneer die daar niet langer toe in staat is.
Er kan sprake zijn van staatssteun bij het afgeven van een garantstelling. Het systeem van leningen en garantstellingen maakt ook onderdeel uit van het reguliere economische verkeer en is niet iets dat alleen overheden doen. Dit betekent dat er een reguliere markt bestaat waaraan de overheid deelneemt op het moment dat zij zich garant stelt voor de lening van een private partij. Die markt kan worden verstoord als de betrokken overheid gunstiger voorwaarden zou hanteren dan een marktpartij zou doen. Er is dan al snel aan de vijf cumulatieve voorwaarden van het staatssteunbegrip voldaan.
Uit het voorbeeld:
- Een starter is een onderneming, want hij gaat een economische activiteit verrichten.
- De gemeente stelt, weliswaar indirect, staatsmiddelen ter beschikking.
- Hierdoor ontvangt de starter een voordeel.
- Bij een niet marktconforme garantstelling kan de starter bijvoorbeeld meer lenen dan zijn concurrenten.
- In die zin vertegenwoordigt de garantstelling zelf ook een waarde.
- Het is van nature al selectief, omdat alleen deze starter dit voordeel ontvangt.
- Het is moeilijk om voor een reguliere onderneming te beargumenteren dat er totaal geen grensoverschrijdend effect is.
- Zeker door het internet is ook een klein bedrijf al snel een pan-Europese aanbieder van goederen of diensten.
- Wanneer het gaat om klimaat, duurzaamheid, milieu is de markt als snel Europa-breed.
Het is perfect mogelijk om een garantstelling te verlenen zonder dat er sprake is van staatssteun. Om hier duidelijkheid in te bieden heeft de Europese Commissie de Mededeling aangaande de toepassing van (nu) Artikel 107 en Artikel 108 op staatssteun in de vorm van garanties, de Mededeling Garanties, gepubliceerd. Ten aanzien van individuele garanties, zoals in deze praktijkvraag, geeft de Commissie vier voorwaarden waaraan een garantie moet voldoen om niet onder het begrip ‘staatssteun’ te vallen:
- De kredietnemer verkeert niet in financiële moeilijkheden.
- De omvang van de garantie valt goed te meten op het tijdstip van de toekenning.
- De garantie dekt niet meer dan 80% van de financiële verplichting.
- Voor de garantie wordt een marktconforme prijs betaald.
Als aan deze eisen wordt voldaan, treedt de overheid op als een zgn. Market Economy Operator (een reguliere marktpartij) en wordt er geen voordeel aan de onderneming gegeven. Vaak wil een overheid echter helpen met betrekking tot het vierde punt. Voor een startende ondernemer kan het juist een probleem zijn om van normale marktpartijen een garantstelling te ontvangen. Artikel 22 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening geeft daarom ook onder voorwaarden de mogelijkheid om toch steun aan een startende ondernemer te geven, zonder dat hiervoor een melding bij de Europese Commissie gedaan hoeft te worden. Bij steun die wordt gegeven in lijn met dit artikel volstaat een kennisgeving.
Echter, ook in artikel 22 AGVV staat voorgeschreven dat de garantstelling niet boven de 80% van het te lenen bedrag mag komen. Dit is het geval bij alle sectoren in de AGVV waar een garantstelling een toegestaan steuninstrument is. De Mededeling Garanties maakt duidelijk waarom dit het geval is:
“De Commissie is van mening dat, indien een financiële verplichting geheel door een staatsgarantie wordt gedekt, de kredietgever minder wordt geprikkeld om het aan de krediettransactie verbonden risico behoorlijk te onderzoeken, af te dekken en tot een minimum te beperken en, in het bijzonder, om de kredietwaardigheid van de kredietnemer naar behoren te toetsen. Die risicobeoordeling wordt, bij gebrek aan middelen, misschien niet altijd door de overheidsgarant overgenomen. Dit ontbreken van een prikkel om het risico van niet-terugbetaling van de lening tot een minimum te beperken, kan kredietgevers ertoe aanzetten leningen toe te staan met een bovennormaal zakelijk risico en kan er aldus toe leiden dat het aandeel garanties met een hoger risico in de portefeuille van de staat toeneemt.”
Kort gezegd gaat er een onwenselijk effect van een 100% garantstelling uit, namelijk dat de betrokken ondernemer te veel risico zou kunnen nemen zonder daarvan de gevolgen te hoeven dragen. Uit de Mededeling Staatssteun blijkt dan ook dat het plafond van 80% alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kan worden oversschreden, inclusief een grondige motivering op basis van de manier waarop de gehele transactie geregeld is. Steun boven de 80% dient dan ook te allen tijde gemeld te worden bij de Commissie, en kan daarmee niet worden gegeven voor dat zij een akkoord heeft gegeven. De AGVV zelf benadrukt dat een garantstelling alleen maar onder de vrijstellingen in de Verordening kan vallen als zij voldoet aan de vereisten in de Mededeling, zo valt te lezen in Artikel 5, onder 2, sub c AGVV.
De startende ondernemer kan daarom een garantstelling ontvangen. Wanneer die als staatssteun kwalificeert, kan de garantstelling nog steeds plaatsvinden als dit onder de voorwaarden van artikel 22 AGVV gebeurt. Wel dient de steun dan te worden kennisgegeven en de garantstelling kan in principe nooit meer dan 80% van de lening bedragen. Is dit wel het geval, dan betreft het staatssteun die aan de Europese Commissie dient te worden medegedeeld.
Meer informatie
Garanties, Kenniscentrum Europa Decentraal
Staatssteun, Europese Commissie