Nieuws

Publicatie: 17 juli 2023

Door:


Staatssecretaris Vijlbrief (EZK) en minister De Jonge (VRO) hebben op 6 juli een brief naar de Kamer verstuurd met daarin een verduidelijking van de visie van het kabinet op de rol van de overheid in de woningbouwopgave.

Strekking

In deze brief gaan de bewindspersonen expliciet in op het overheidsprerogatief in de woningbouwsector. Dit is van belang omdat, zoals ook in de Kamerbrief staat vermeld, taken die onder het overheidsprerogatief vallen geen economische activiteiten zijn die daarmee onder de Wet Markt en Overheid vallen. Klassieke overheidsprerogatieven zijn bijvoorbeeld defensie of het politiewezen, taken waarvan het duidelijk is dat zij alleen of het beste door een overheid kunnen worden uitgevoerd.

Woningnood

De demissionair staatssecretaris en minister verduidelijken in deze brief dat taken zoals het opvangen van daklozen en ontheemden, ontwikkelen en revitaliseren van steden en het bouwrijp maken van grond tot het pakket van publieke taken van de overheid behoren.

Deze verduidelijking helpt gemeenten bij de uitdaging die ze ondervinden met betrekking tot de woningbouwopgave. Deze uitdaging komt mede doordat er voor bepaalde groepen woningzoekenden acute noodzaak is voor woonruimte, zoals bij statushouders. Het is de afgelopen jaren niet duidelijk geweest of oplossingen die buiten de sociale woningbouw om gaan, waarvan in de woningwet expliciet ligt vastgelegd dat het een overheidsprerogatief betreft, onder de Wet Markt en Overheid vallen. In sommige gevallen kan het dan lijken alsof de gemeente als een particuliere organisatie woningen (onder)verhuurt en daarmee een economische activiteit verricht. De Kamerbrief maakt duidelijk dat het kabinet van mening is dat dit niet het geval is.

Staatssteun

Daarnaast maakt de Kamerbrief duidelijk dat bij twijfel een algemeen-belang besluit een passende oplossing kan bieden. De Kamerbrief gaat alleen over de toepasselijkheid van de Wet Markt en Overheid en geeft aan dat er bij veel woningbouwactiviteiten sprake zal zijn van staatssteun. Wanneer er sprake is van staatssteun is de Wet Markt en Overheid niet van toepassing. Er moet dan wel nog steeds een staatssteuntoets plaats te vinden. Op basis van de uitkomst van de toets dient de steun kennis te worden gegeven, dan wel te worden gemeld bij de Commissie.