Krijgen decentrale overheden te maken met Europese regelgeving voor elektrisch vervoer? Komt er bijvoorbeeld een verplichting om laadpalen aan te leggen of mogelijk te maken?
Antwoord in het kort
Ja, er zijn Europese verplichtingen om elektrisch vervoer te bevorderen. De Europese Commissie wil dat in 2050 de uitstoot van fijnstof en CO2 met 90% is afgenomen. Om dit doel te bereiken zijn in 2050 ongeveer 1 miljoen laadpalen en –stations nodig in heel Europa.
Globale doelstelling: Klimaatneutraliteit
Het doel van de Europese Commissie is Europa klimaatneutraal in 2050. Dit staat beschreven in de mededeling over de Europese Green Deal uit 2020. De Commissie heeft het beleidsvoornemen om in 2050 klimaatneutraal te zijn wettelijk verankerd met de Europese klimaatwet. Deze is aangenomen in 2021 en stelt, naast het doel voor 2050, een tussentijdse doelstelling van 55% emissiereductie voor 2030 vast en biedt ruimte om een doelstelling voor 2040 nader te bepalen.
Doelstelling vervoersemissies & elektrisch vervoer 2025
In de Green Deal staat dat de vervoersemissies met 90% moeten afnemen. Dit is één van de noodzakelijke maatregelen om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Zowel het vervoer over de weg, per spoor, de luchtvaart en de scheepvaart moeten aan de vermindering bijdragen. De Commissie verwacht dat er in 2025 13 miljoen emissievrije en emissiearme voertuigen rijden op de Europese wegen. Het gaat om auto’s die rijden op elektriciteit of waterstof. In 2025 zijn er daarom ongeveer 1 miljoen openbare oplaad- en tankstations nodig zijn, zo staat in de Green Deal. In het Nederlandse regeerakkoord van 2017 was al opgenomen dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos moeten zijn.
Vervoervoorstellen uit de Green Deal
De Richtlijn betreffende infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Alternative Fuel Directive (AFD), Richtlijn 2014/94/EU) verplicht lidstaten om beleid te maken voor het aanleggen van infrastructuur voor elektrische auto’s in stedelijke gebieden. De Europese Commissie wil met subsidies stimuleren dat ook in landelijke gebieden voldoende openbare oplaadpunten en tankstations worden aangelegd. Dit is aangekondigd in de Green Deal. Het gaat speciaal om de aanleg van laadpalen in dunbevolkte gebieden en het faciliteren van reizen over lange afstanden.
Daarnaast gaat de Commissie bekijken wat de mogelijkheden zijn om de productie en het gebruik van duurzame alternatieve brandstoffen te stimuleren voor verschillende vervoerswijzen. In dit kader wil de Commissie ook de richtlijn voor alternatieve brandstoffen en de TEN-V verordening (2013/1315/EU) herzien.
Huidige regels plaatsen van laadpalen
Nu bestaan er enkele verplichtingen voor het aanleggen van oplaad- en tankstations voor emissievrije (of emissiearme) auto’s op grond van Europese regels. Zo is in de Europese Richtlijn alternatieve brandstoffen vastgelegd dat lidstaten moeten zorgen voor een passend aantal publiek toegankelijke oplaadpunten. De lidstaten hadden tot 31 december 2020 om deze te plaatsen. Het aantal oplaadpunten per lidstaat moet worden bepaald aan de hand van een aantal factoren (artikel 4 AFD):
- Het aantal elektrische voertuigen dat uiterlijk eind 2020 zal zijn ingeschreven volgens ramingen in de nationale beleidskaders; en
- Aanbevelingen en beste praktijken van de Europese Commissie.
Uit overweging 23 van de richtlijn alternatieve brandstoffen blijkt dat het voldoende is als er gemiddeld minstens één oplaadpunt per tien ingeschreven elektrische voertuigen is. Hierbij moet rekening gehouden worden met het type wagen, de oplaadtechnologie en de beschikbare particuliere oplaadpunten.
In de richtlijn staat ook dat lidstaten maatregelen moeten nemen om de ingebruikneming van niet-publiek toegankelijke oplaadpunten aan te moedigen en te steunen.
In Nederland is de Europese Alternatieve brandstoffen richtlijn via het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen uit 2017 ingevoerd. Hierin is onder andere het beleidskader infrastructuur voor alternatieve brandstoffen aangekondigd. Daarin staat dat Nederland streefde naar ruim 25.000 publiek toegankelijke laadpunten per 2020. Hierin richtte men zich op landsdekkende laadinfrastructuur en werd de focus op de gebieden in en rond Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Brabantstad gelegd. Het doel voor 2020 werd gehaald en in mei 2021 stond het aantal publieke laadplaatsen op iets meer dan 44.000, met name in de randstad.
Laadpalen bij gebouwen
Om het particulier gebruik van elektrische voertuigen te stimuleren zijn in Europese Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen ook verplichtingen opgenomen voor de installatie van oplaadpunten bij gebouwen die niet voor bewoning zijn bestemd, zoals kantoren en winkels. Parkeerterreinen bij nieuwe gebouwen of gerenoveerde gebouwen moeten ingevolge de richtlijn worden voorzien van minimaal één oplaadpunt voor elektrische auto’s. Dit geldt voor parkeerterreinen met meer dan tien auto’s van niet voor bewoning bestemde gebouwen. Bij het plaatsen van deze laadinfrastructuur moet er rekening mee worden gehouden dat er later meer oplaadpunten bij kunnen komen. Mogelijk gaat het in de toekomst om één oplaadpunt per tien auto’s.
Meer informatie
Vervoer, Kenniscentrum Europa decentraal
CO2 reductie & emissiehandelssysteem, Kenniscentrum Europa decentraal