Nieuws

Publicatie: 21 oktober 2019

Door:


Met ‘Uitgelicht’ zal de Europese Ster de komende weken praktische adviezen uit de Brexit Impact Scan voor overheden uitlichten, om aandacht te geven aan de verschillende gevolgen van de Brexit voor decentrale overheden. In de editie van deze week worden de onderwerpen internationale samenwerkingsverbanden, EU-fondsen en VK-partners, en internationale verdragen behandeld.

Europese samenwerkingsverbanden

De Brexit heeft mogelijk gevolgen voor diverse vormen van samenwerking met het VK. Bijvoorbeeld de samenwerking tussen Europese steden, of samenwerkingsprojecten tussen kennisinstellingen in Nederland en het VK. De Brexit kan ook gevolgen hebben voor EU-samenwerkingsverbanden die alleen open staan voor lidstaten van de Europese Unie. Mogelijk neemt het VK na de Brexit als derde land niet meer deel aan deze EU-samenwerkingsverbanden of organisaties. Blijf daarom op de hoogte van de laatste ontwikkelingen van de betreffende verbanden en organisaties.
Met betrekking tot Europese samenwerkingsprojecten is het raadzaam om samen met de verschillende instellingen na te gaan of het project zonder problemen kan worden voortgezet na de Brexit. Er moet bijvoorbeeld gekeken worden naar de mogelijkheden van financiering en de praktische uitvoerbaarheid van het project dankzij de ‘derde land’-status van het VK na de Brexit.

Verlies strategische partner binnen EU-samenwerking
Wanneer het VK na de Brexit niet meer lid is van een EU-samenwerkingsverband of organisatie zal dit mogelijk gevolgen hebben op het strategisch speelveld tussen de deelnemende lidstaten. Vorig jaar september bracht de Adviesraad Internationale Vraagstukken op verzoek van de Tweede Kamer al het rapport ‘Coalitievorming na de Brexit: allianties voor een Europese Unie die moderniseert en beschermt’ uit, waarin de veranderende coalitievorming en allianties binnen de EU na de Brexit uitgebreid worden behandeld.

In een eerder interview met Europa decentraal stelde Rem Korteweg, senior onderzoeker bij Instituut Clingendael, dat met het vertrek van het VK ‘het geografische, demografische en economische zwaartepunt van de EU meer verschuift naar het oosten en naar het zuiden’. Hij legt uit dat Nederland zich traditioneel in een goede positie bevond; in het middelpunt van de driehoeksverhouding tussen het VK, Duitsland en Frankrijk. Mogelijk was het VK voor uw organisatie een bondgenoot op bepaalde beleidsonderwerpen. Overweeg daarom te inventariseren welke andere deelnemende lidstaten op deze beleidsonderwerpen een strategische partner kunnen zijn.

Praktijkvoorbeeld de Provincie Zuid-Holland: Europese samenwerking en Brexit

EU-fondsen en VK-partners

Het VK is ‘netto-betaler’ aan de EU-begroting en draagt daarmee ook bij aan de financiering uit EU-fondsen. Na de Brexit kunnen er mogelijk veranderingen optreden voor zowel de EU-financiering van projecten. Daarnaast kunnen er gevolgen zijn voor door de EU gefinancierde projecten waar VK-partners deel van uitmaken, wanneer de organisatie betrokken is als begunstigde of medefinancier.

Wanneer er een terugtrekkingsakkoord wordt gesloten
In het terugtrekkingsakkoord hebben de EU en het VK onder andere afgesproken dat het VK in de huidige budgetperiode van de EU (tot en met 31 december 2020) zal blijven bijdragen aan de EU-begroting en gebruik kan blijven maken van financiering uit EU-fondsen.
Dit betekent dat er in de transitieperiode geen veranderingen plaats zullen vinden voor (toekomstige) begunstigde(n) van EU-fondsen, zowel binnen de EU als binnen het VK. Projecten met VK-partners, die gefinancierd worden uit EU-programma’s binnen de huidige MFK periode, kunnen gewoon doorgaan. Ook blijft het mogelijk nieuwe aanvragen te doen voor financiering van projecten met VK-partners. Wel kunnen er mogelijk praktische problemen ontstaan doordat het VK een ‘derde land’ wordt. Het is raadzaam om bij twijfel te informeren bij het secretariaat van het betreffende EU-fonds of -programma om eventuele problemen voor te zijn. Het is nog niet bekend of het VK na deze transitieperiode betrokken zal zijn bij EU-fondsen.

Wanneer er geen terugtrekkingsakkoord wordt gesloten
In dit geval zal het VK de EU verlaten zonder dat er afspraken zijn gemaakt over het nakomen van de financiële verplichtingen die het VK is aangegaan onder het huidige MFK (2014-2020). Zonder een terugtrekkingsakkoord zullen VK-partners in principe geen financiering meer kunnen ontvangen van EU-programma’s. Wanneer de organisatie betrokken is bij een EU-project met deelnemers uit het VK kunnen er mogelijk nadelige gevolgen zijn. Het is raadzaam om te informeren bij het secretariaat van het betreffende EU-fonds om eventuele problemen voor te zijn.

Voorgestelde noodmaatregelen Europese Commissie
Om nadelige gevolgen voor begunstigden van EU-fondsen in het geval van een no-deal Brexit op te vangen, heeft de Europese Commissie een noodmaatregel genomen. Binnen het voorgestelde noodraamwerk is het in 2019 mogelijk voor VK-begunstigden om EU-fondsen te ontvangen mits het VK tijdig laat weten dat zij blijven bijdragen aan het EU-jaarbudget van 2019. Daarbij moet het VK ook aangeven bijhorende controles en audits binnen EU-financieringsprogramma’s te zullen accepteren.
Ook heeft de Commissie een voorstel gedaan om de noodmaatregel te verlengen voor 2020. Deze moet nog door de Raad worden goedgekeurd.

Brexit Impact scan voor overheden

De Brexit Impact Scan voor overheden biedt inzicht in de mogelijke gevolgen van de Brexit, zowel bij een deal- als no-deal-scenario, en hoe hierop kan worden voorbereid.  Een ingevulde Impact Scan voor overheden kan een leidraad zijn voor de inventarisatie met uw collega’s. Zo geeft de Impact Scan voor overheden informatie en advies over de mogelijke gevolgen van de Brexit op het gebied van:

  • interne bedrijfsvoering;
  • burgers;
  • regionale en lokale economie;
  • internationale samenwerking

Op basis van uw eigen organisatiespecifieke inventarisatie kunt u vervolgens noodzakelijke voorbereidingen beleggen binnen uw organisatie.

Bron

Brexit Impact Scan voor overheden, Kenniscentrum Europa Decentraal
In gesprek met gedeputeerde Jeannette Baljeu, Kenniscentrum Europa Decentraal