Toekomstige infrastructuurprojecten worden voorzien van nieuwe handvatten voor klimaatbestendigheid. De Commissie heeft hiervoor nieuwe technische richtsnoeren gepubliceerd voor de periode 2021-2027. De handvatten van de Europese Commissie moeten helpen om klimaatoverwegingen te integreren in toekomstige investeringen en ontwikkelingen van infrastructuurprojecten, zoals gebouwen, netwerkinfrastructuur en gebouwde systemen zoals milieustraten en riolering. Voor decentrale overheden kan het ook een handig referentiekader bieden, bijvoorbeeld bij het integreren van klimaatoverwegingen in milieueffectrapportages of bij de aanleg van milieustraten of publieke gebouwen.
Wat is klimaatbestendig bouwen?
Het klimaatbestendig maken van infrastructuur is een proces waarbij maatregelen voor de mitigatie van en aanpassing aan klimaatverandering worden geïntegreerd in de ontwikkeling van infrastructuurprojecten. Zo zal bij woningbouw aan het water rekening gehouden moeten worden met een mogelijke waterspiegelstijging. Bij de aanleg van spoorwegen kan het bijvoorbeeld noodzakelijk zijn om materialen te gebruiken die bestand zijn tegen extreme temperaturen.
De nieuwe technische richtsnoeren
De onlangs gepubliceerde richtsnoeren zullen een bijdrage leveren aan het klimaatbestendig maken van de toekomstige infrastructuur. De richtsnoeren zijn in lijn met zowel de Europese Green Deal als het Fit for 55-pakket. Toekomstige infrastructuurprojecten moeten dan ook afgestemd zijn op een CO2-reductie van 55% in 2030 en volledige klimaatneutraliteit tegen 2050. Ook voor reeds goedgekeurde infrastructurele projecten wordt aangeraden de richtsnoeren zoveel mogelijk te volgen.
De nieuwe richtsnoeren voorzien betrokken partijen van gemeenschappelijke beginselen en praktijken voor de identificatie, classificatie en het beheer van fysieke klimaatrisico’s bij het plannen, ontwikkelen, uitvoeren en bewaken van infrastructuurprojecten en -programma’s. In de praktijk zullen vooral projectontwikkelaars en deskundigen die betrokken zijn bij de voorbereiding van infrastructuurprojecten hiermee te maken krijgen. Ze kunnen echter ook een nuttige referentie zijn voor andere belanghebbenden, waaronder decentrale overheden.
Het proces van klimaatbestendig maken van infrastructuurprojecten is verdeeld in twee pijlers: klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. Deze twee pijlers bevatten vervolgens twee fasen: een screening en een gedetailleerde analyse. Bij klimaatmitigatie gaat het om het aanpakken en minimaliseren van de mogelijke gevolgen van klimaatverandering. Klimaatadaptatie richt zich op het omgaan met de negatieve gevolgen ervan en hoe kansen die zich voordoen, kunnen worden benut. Voor beide pijlers geldt dat de documentatie in ieder geval ingaat op het soort project, de manier waarop het bijdraagt aan klimaatbestendigheid en de invulling van EU-gelden. Daarnaast gaat ieder onderdeel bij de gedetailleerde analyse in op specifieke aspecten. Voor mitigatie is dit onder andere het inzichtelijk maken van de verwachte uitstoot van CO2 en voor adaptatie mogelijke klimaatrisico’s en de wijze van anticipatie hierop.
Vooral voor infrastructuur met een levensduur die doorloopt tot na 2050 is het belangrijk dat de exploitatie, het onderhoud en de definitieve ontmanteling van elk project op een klimaat-neutrale manier moeten worden uitgevoerd, inclusief overwegingen in het kader van de circulaire economie, zoals het recyclen of hergebruiken van materialen. Tot slot maken de milieueffectrapportage (MER) en de strategische milieubeoordeling (SMB) voortaan deel uit van het gehele pakket aan richtsnoeren. Zowel de MER als de SMB gaan nader in op de te verwachten gevolgen van de bouw van een project op het milieu en brengen eveneens alternatieven in kaart.
Decentrale relevantie
Decentrale overheden zijn vaak betrokken bij het aanleggen van verschillende soorten infrastructuur, zoals vervoersinfrastructuur, openbare gebouwen en voorzieningen. De richtsnoeren kunnen hierbij steun bieden door inzichtelijk te maken welke aspecten van klimaatbestendigheid in de besluitvorming mee genomen dienen te worden. Veel autoriteiten zetten zich al in voor het duurzaam en veerkrachtig maken van hun infrastructuur, dat blijkt bijvoorbeeld uit de intentieverklaring van het Interprovinciaal Overleg (IPO) omtrent het koelen van gebouwen. Tevens is ervoor gezorgd dat de vastgestelde vereisten in de richtsnoeren aansluiten bij de verschillende Europese fondsen die gebruikt kunnen worden voor de aanleg en upgrade van infrastructuur, waaronder InvestEU, de Connecting Europe Facility (CEF), EFRO en het Fonds voor een rechtvaardige transitie (JTF).
Bron
Commission adopts new guidance on how to climate-proof future infrastructure projects, Europese Commissie
Meer informatie
Onderweg naar 55% minder uitstoot in 2030: Europese Commissie presenteert ‘Fit for 55’ – pakket, Kenniscentrum Europa decentraal
Meer Europese ambities in de vernieuwde richtlijn energie-efficiëntie, Kenniscentrum Europa Decentraal
Green Deal, Kenniscentrum Europa Decentraal