Europees recht en beleid

Laatste update: 18 juli 2023

Contact:


Het Europese mededingingsrecht focust zich primair op het gedrag van ondernemingen. Denk hierbij aan het kartelverbod van artikel 101 VWEU en het misbruikverbod van artikel 102 VWEU. Echter, een aantal bepalingen richt zich op het gedrag van de overheid op de markt. Het gaat hier bijvoorbeeld om overheden die een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) (laten) uitvoeren. Op deze pagina vindt u meer informatie over DAEB.

Wat zijn diensten van algemeen belang?

Diensten van algemeen belang (DAEB) zijn diensten die een publiek belang dienen. Deze diensten worden ofwel door of namens de overheid uitgevoerd. Overheden hebben een grote mate van beleidsvrijheid bij het definiëren van het algemeen (economisch) belang. Het gaat vooral om diensten die, indien overgelaten aan de marktwerking, niet winstgevend zou zijn en daarom misschien niet zouden worden geleverd. Gedacht kan worden aan een onrendabele postdienst om ook op afgelegen plaatsen in het land de post te bezorgen. Meer over DAEB leest u hier.

Diensten die niet economisch zijn vallen volledig buiten de werkingssfeer van de mededingingsregels.  Het gaat dus alleen om economische diensten, die het algemeen belang dienen. DAEB vallen op grond van artikel 106 lid 2 van het VWEU wel onder de mededingingsregels, voor zover de toepassing daarvan de vervulling (in feite of in rechte) van de hun toevertrouwde bijzondere taak niet verhindert.

Uitzonderingen verboden mededingingsrecht

Artikel 106 van het VWEU vormt een beperkte uitzondering op de mededingingsregels. Wanneer er sprake is van een DAEB kan een gedraging die mededinging beperkt desalniettemin toegestaan zijn, als deze gedraging noodzakelijk is voor het uitvoeren van een publieke taak. Soms kan een DAEB  namelijk alleen tot zijn recht komen wanneer een maatregel die mededingingsbeperkend werkt wordt opgelegd, zoals een alleenrecht. Meer informatie over het vestigen van een alleen recht voor DAEB vindt u op de pagina DAEB en aanbesteden.

Voorwaarden voor afwijking mededingingsregels bij DAEB

Onder de volgende voorwaarden mag bij het belasten van een onderneming met een DAEB van de mededingingsregels afgeweken worden:

  • De beperking van de mededinging moet noodzakelijk zijn. De beperking van de mededinging mag niet zwaarder wegen dan het publieke belang dat gediend is met de op gelegde dienst. Bekeken moet worden of de dienst zonder het opleggen van een DAEB niet uitgevoerd kan worden.
  • De beperking van de mededinging moet proportioneel zijn. Dit betekent dat de beperking niet verder mag gaan dan nodig is om het doel te bereiken.
  • De onderneming moet daadwerkelijk belast zijn met de uitvoering van een DAEB.
  • De DAEB-activiteiten moet duidelijk zijn omschreven en zijn opgelegd.
  • Kruissubsidiëring mag worden toegepast als het geld dat via de commerciële weg binnenkomt, nodig is voor het verrichten van de DAEB (zie zaak Ambulanz Glöckner). Let hierbij goed op dat kruissubsidiëring niet plaatsvindt tussen compensatiegelden voor DAEB en de financiering van economische activiteiten die niet onder de DAEB vallen.

Wet markt & overheid

DAEB, die worden uitgevoerd door decentrale overheden of overheidsbedrijven, vallen onder de gedragsregels die ingevolge de Wet Markt & Overheid (art. 25 g t/m m Mededingingswet) voor overheden gelden. De gedragsregels zijn namelijk van toepassing op ‘economische activiteiten’ van overheden en overheidsbedrijven.

Gemeenten, provincies en waterschappen krijgen niet bij al hun economische activiteiten te maken met de Wet Markt & Overheid. De Wet is niet van toepassing op economische activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang. Decentrale overheden kunnen onder voorwaarden voor dergelijke activiteiten een algemeen belang besluit nemen. Meer informatie vindt u op de pagina over het algemeen belang besluit.