Onze gemeente is van plan om een tractor aan te schaffen. De verwachte waarde ligt boven de drempelwaarde voor Europese aanbestedingen. Is de Richtlijn schone en energiezuinige voertuigen hierop van toepassing?
Antwoord in het kort
De Richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen is alleen van toepassing op overheidsopdrachten voor de aanschaf van voertuigen die volgens de aanbestedingsrichtlijnen verplicht Europees moeten worden aanbesteed. Tractoren zijn in het algemeen uitgesloten van deze Richtlijn als zij voldoen aan de definitie van ‘trekkers’ in Verordening 167/2013.
Richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen
Richtlijn 2019/1161 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen, kort bekend als de Richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen, schept voor decentrale overheden verplichtingen wanneer zij voertuigen inkopen. In dat geval verplicht de Richtlijn hen om bij deze aanschaf een specifiek percentage aan schone en uitstootvrije voertuigen in te kopen. Deze verplichting geldt alleen als er sprake is van een aanbestedingsplicht in de zin van Richtlijn 2014/24 of één van de andere aanbestedingsrichtlijnen. Daarvoor moet er sprake zijn van een overheidsopdracht zoals beschreven in de Richtlijn en moet de drempelwaarde, in het geval van een aanschaf van voertuigen door decentrale overheden € 215.000,- exclusief btw, behaald zijn.
Vergroenen
Het doel van de Richtlijn is het vergroenen van het wagenpark van (decentrale) overheden. Ook bevordert de Richtlijn de markt voor schone en energiezuinige voertuigen. De Richtlijn leidt er namelijk toe dat de vraag naar schone en uitstootvrije voertuigen toeneemt. Dit bevordert de bouw en het marktaandeel van deze voertuigen. De Richtlijn is van toepassing op koop, leasing, huur en huurkoop van voertuigen. In Nederland is de Richtlijn geïmplementeerd door middel van een wijziging van de Wet Milieubeheer, in artikel 9.6.1. Daarnaast is deze implementatie verder uitgewerkt in de ‘Regeling bevordering schone wegvoertuigen’. Dit schept geen strengere regels dan de Europese Richtlijn voorziet.
Concrete vereisten
De percentages schone en uitstootvrije voertuigen die moeten worden ingekocht op grond van de Richtlijn nemen met verloop van jaren toe. Tot en met 31 december 2025 moet een Nederlandse overheid bij een aanschaf van auto’s en bestelbussen ervoor zorgen dat 38.5% van de gekochte auto’s en bestelbussen minder dan 50 gram CO2 uitstoot. Ook mogen deze voertuigen maximaal 80% van de toegestane emissies uitstoten. Tussen 1 januari 2026 en 31 december 2030 moet 38.5% geheel uitstootvrij zijn. Voor bussen zijn deze percentages respectievelijk 45% en 65%, waarbij in de latere periode ook minstens de helft uitstootvrij moet zijn. Voor vrachtwagens zijn deze percentages respectievelijk 10% en 15%.
Toepassingsbereik Richtlijn
De voertuigen waar de Richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen over gaat worden benoemd in artikel 4 van die Richtlijn. In lid 3 van die bepaling wordt gesteld dat een ‘wegvoertuig’ een voertuig is van categorie M of N in de zin van Verordening 2018/858. Voertuigen van categorie M zijn motorvoertuigen die in eerste instantie ontworpen en gebouwd zijn voor het vervoer van passagiers en hun bagage. Voertuigen van categorie N zijn motorvoertuigen die in eerste instantie ontworpen en gebouwd zijn voor het vervoer van goederen. Verordening 2018/858 verdeelt deze drie soorten voertuigen elk onder in drie subcategoriëen, afhankelijk van aantal zitplaatsen (bij categorie M) en maximummassa.
Aanschaf van tractoren
In artikel 3 lid 2 sub a bepaalt de Richtlijn schone en energiezuinige voertuigen dat deze niet van toepassing is op voertuigen zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a, b, en c en lid 3 sub c van Verordening 2018/858. In artikel 2 sub a noemt deze laatstgenoemde Richtlijn land- of bosbouwvoertuigen in de zin van Verordening 167/2013. Die Verordening uit 2013 definieert in artikel 3 sub 8 een ‘trekker’ als een landbouw- of bosbouwvoertuig en noemt trekkers opnieuw in artikel 4, waar de voertuigcategorieën waar deze Verordening over gaat worden uitgewerkt. Trekkers worden hier gedefinieerd als een land- of bosbouwvoertuig op wielen of rupsbanden met een motor, twee of meer assen en een maximumsnelheid boven zes kilometer per uur, bedoeld om apparatuur te trekken, duwen of dragen, aanhangwagens te trekken of een lading te vervoeren voor land- of bosbouwdoeleinden. Als een trekker voldoet aan deze criteria, betekent dit dat de Richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen niet van toepassing is.
Andere uitgezonderde voertuigen
Naast tractoren zijn er een aantal andere voertuigen ook uitgesloten van de werking van de Richtlijn schone en energiezuinige voertuigen. In artikel 2 lid 2 van Verordening 2018/858 worden bijvoorbeeld ook voertuigen op rupsbanden en voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd of aangepast voor exclusief gebruik door de strijdkrachten genoemd. Daarmee zijn deze voertuigen ook van de Richtlijn uitgesloten. Hetzelfde geldt voor twee- of driewielige voertuigen en vierwielers in de zin van Verordening 168/2013. Uit artikel 4 van die Verordening blijkt dat het hier gaat om brommers, snor- en motorfietsen, quads, gemotoriseerde driewielers en terreinbuggy’s. De eerdergenoemde Verordening 167/2013 noemt naast trekkers in artikel 3 lid 9 ook nog aanhangers en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken als voertuigen die vallen onder de categorie ‘land- en bosbouwvoertuigen’. Ook die zijn dus uitgesloten van de Richtlijn schone en energiezuinige voertuigen. Bij uitrustingsstukken kan het bijvoorbeeld gaan om cirkelharken of balenpersen.
Meer informatie
Richtlijn schone en energiezuinige voertuigen, Kenniscentrum Europa Decentraal.