Voor een nieuwe aanbestedingsprocedure zijn we voornemens de overheidsopdracht te verdelen in een aantal percelen. De gunning zal plaatsvinden op basis van beste prijs kwaliteit verhouding. Bij de verschillende percelen zijn andere aspecten van belang, hetgeen we graag mee willen nemen in de weging van de subgunningscriteria. Is het toegestaan om tussen percelen van dezelfde aanbestedingsprocedure een andere ratio tussen prijs en kwaliteit te hanteren?
Antwoord in het kort
De Aanbestedingswet 2012 gaat niet in het bijzonder in op verschillen in weging van de gunningscriteria tussen percelen. Het is echter van belang dat de mededinging bij de opdeling in percelen niet in gevaar komt, criteria van verschillende percelen niet aan elkaar gekoppeld worden en dat de beoordeling van offertes idealiter per perceel losstaat van elk ander perceel. Uit deze loskoppeling van criteria en beoordeling van offertes vloeit voort dat op elk perceel andere (sub)gunningscriteria kunnen worden toegepast om zo in de behoefte van de aanbestedende dienst te voorzien. Het is daarmee dus ook toegestaan om verschillende ratio’s te hanteren tussen percelen.
Opdeling in percelen
Een perceel is een afzonderlijk onderdeel van een grotere opdracht. Een voorbeeld is het opdelen van een opdracht voor de dienstverlening voor onderhoud van gebouwen in verschillende percelen; een perceel voor schoonmaakdiensten, een perceel voor onderhoud van de installaties en een perceel voor groenonderhoud. Decentrale overheden kunnen er zo voor zorgen dat bedrijven met bepaalde expertises op specifieke onderdelen van een opdracht kunnen inschrijven. Ook krijgt het midden- en kleinbedrijf op die manier meer kans bij het inschrijven op een opdracht.
In de aankondiging van de overheidsopdracht vermeldt de decentrale overheid of inschrijvingen kunnen worden ingediend voor één of meer percelen. Dat mag de aanbestedende dienst dus zelf bepalen.
Gunningscriteria
Aanbestedende diensten moeten volgens de aanbestedingsregels de gunning van overheidsopdrachten baseren op de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). Dit is de overkoepelende term voor drie gunningscriteria (zie artikel 67 lid 1 en 2 Richtlijn 2014/24):
- de beste prijs-kwaliteitverhouding (BPKV);
- de laagste kosten berekend op basis van kosteneffectiviteit;
- de laagste prijs.
De keuze voor één van deze gunningscriteria moet in de formele aankondiging van de opdracht of uitnodiging voor inschrijving te worden vermeld. Gunnen onder toepassing van het gunningscriterium van de beste prijs-kwaliteitverhouding is het uitgangspunt, zo volgt ook uit de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit. Bij Europese aanbestedingen (en bij toepassing van het Aanbestedingsreglement Werken 2016 op opdrachten onder de drempel) dient de keuze voor het gunningscriterium de laagste kosten of de laagste prijs volgens artikel 2.114 lid 4 van de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit altijd in het aanbestedingsdocument te worden gemotiveerd.
De Gids Proportionaliteit geeft ter aanvulling enkele andere aandachtspunten die hierbij relevant zijn. Daarin wordt bijvoorbeeld aangeraden dat bij het gunnen op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding de kwaliteit een bepalende rol moet spelen. Als alle inschrijvers daarop even hoog scoren, verandert de gunning in de praktijk namelijk in een gunning op de laagste prijs.
Subgunningscriteria bij beste prijs-kwaliteitverhouding
Bij de beste prijs-kwaliteitverhouding en de beoordeling daarvan worden naast prijsaspecten ook kwaliteitsaspecten meegewogen, die door de aanbestedende dienst worden vastgelegd in de vorm van subgunningscriteria. Deze criteria moeten objectief en eenduidig zijn en daarnaast verband houden met het voorwerp van de opdracht (zie artikel 67 lid 3 Richtlijn 2014/24).
Bij de gunning aan de hand van de beste prijs-kwaliteitverhouding dienen de subgunningscriteria, inclusief de wegingsfactoren, bekend te worden gemaakt in de aankondiging, het beschrijvend document (bestek) of in de gunningsleidraad (zie artikel 67 lid 5 Richtlijn 2014/24 en artikel 2.115 Aanbestedingswet 2012).
Wanneer het niet mogelijk is om het gewicht van de subgunningscriteria vast te stellen, kan het relatieve gewicht door de aanbestedende dienst worden uitgedrukt aan de hand van een marge met een passend verschil tussen minimum- en maximum- gewicht, aldus de Gids Proportionaliteit. Wanneer de weging om objectieve redenen onmogelijk is, is het toegestaan dat de aanbestedende dienst de subgunningscriteria in mate van afnemende volgorde van belangrijkheid vermeldt (zie artikel 67 lid 5 Richtlijn 2014/24).
Verhouding prijs-kwaliteit bij percelen
Indien een overheidsopdracht is opgedeeld in percelen kan het zo zijn dat voor het ene perceel andere aspecten van belang zijn dan voor het andere. Ook het belang van kwaliteit ten opzichte van prijs kan verschillen tussen de percelen. De Aanbestedingswet 2012 gaat niet in het bijzonder in op verschillen in weging tussen verschillende percelen. Het is echter van belang dat bij de opdeling in percelen de mededinging niet in gevaar moet komen, criteria van verschillende percelen niet aan elkaar gekoppeld mogen worden in de regel en dat de beoordeling van offertes idealiter per perceel losstaat van elk ander perceel, zoals te lezen in de handreiking ‘Hoe bepaal je de beste prijs-kwaliteitsverhouding’ van Kenniscentrum PIANOo. Op basis hiervan kan worden gesteld dat het zelfs mogelijk is om verschillende gunningscriteria toe te passen bij de aanbesteding van de verschillende percelen. Zo kan één perceel bijvoorbeeld gegund worden op de beste prijs-kwaliteitsverhouding, terwijl een ander perceel op basis van de laagste prijs wordt gegund.
Hieruit vloeit voort dat het ook mogelijk is om voor verschillende percelen, waarbij alle percelen gegund worden op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding, andere verhoudingen tussen prijs en kwaliteit te gebruiken. Dit is immers een minder vergaand verschil tussen percelen dan het gebruik van verschillende gunningscriteria, wat volgens de voornoemde handreiking toegestaan is.
Meer informatie
Aanbestedingen – Kenniscentrum Europa Decentraal
Overheidsopdracht – Kenniscentrum Europa Decentraal
Percelen – Kenniscentrum Europa Decentraal
Gunningscriteria – Kenniscentrum Europa Decentraal
Moeten de wegingsfactoren van de subgunningscriteria bij een aanbesteding altijd vooraf worden bekendgemaakt? – Praktijkvraag Kenniscentrum Europa Decentraal