Praktijkvraag

Laatste update: 6 november 2023

Door: en


Onze gemeente wil bij haar inkopen af van stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Kan zij als eis in haar voorwaarden opnemen dat partijen afzien van het gebruik van dergelijke stoffen?
Antwoord in het kort

Ter verbetering van milieubescherming hebben aanbestedende diensten mogelijkheden om gedurende verschillende fasen van de aanbestedingsprocedure eisen te stellen aan inschrijvers. Milieu-eisen mogen gesteld worden aan de opdracht in de specifieke eisen, de selectie- of gunningscriteria of de contractvoorwaarden betreffende de uitvoering van de opdracht. Zowel de richtlijnen als allerlei beleidsmaatregelen ondersteunen deze trend in groen aanbesteden. Zo kunnen ook eisen gesteld worden betreffende het gebruik van stoffen die het milieu beschadigen.

Duurzaamheidseisen

Van energie-efficiënte computers en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen bij de uitvoering van opdrachten tot ecologisch verantwoorde producten door schoonmakers: met aanbestedingen kunnen overheden een significante bijdrage leveren aan het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen. Daarbij valt een onderscheid te maken tussen verplichte en vrijwillig te incorporeren criteria in overheidsopdrachten. Specifieke duurzaamheidswetgeving verplicht de overheid al tot de aanschaf van energie-efficiënte computerapparatuur (artikel 6 van de “Energy Star” Verordening 106/2008), energie-efficiënte voertuigen (Artikel 1 Richtlijn 2009/33), en de minimale energieprestatiestandaarden voor (te bouwen) openbare gebouwen (Richtlijn 2010/31 en Richtlijn 2012/27).

Sinds 2008 moedigt de Europese Commissie lidstaten bovendien aan tot groener aanbesteden via de Mededeling Overheidsopdrachten voor een beter milieu. De groene overheidsopdracht staat hierin omschreven als “een proces in het kader waarvan overheidsdiensten goederen, diensten en werken beogen te verkrijgen die gedurende de volledige levenscyclus ervan een minder belastend milieueffect hebben dan vergelijkbare goederen, diensten en werken met dezelfde primaire functie.” (paragraaf 3.1). In 2016 publiceerde de Europese Commissie hierover de derde editie van het handboek “Buying Green – A handbook on green public procurement”. Dit handboek biedt een leidraad voor overheden om vrijwillig in een openbare aanbestedingsprocedure groene aanbestedingscriteria (naar het Engels afgekort tot GPP) in te zetten. Het gebruik van GPP kan volgens de Commissie namelijk langetermijnbesparingen opleveren die de aanbestedende dienst kan realiseren met het in acht nemen van kosten over de volledige levenscyclusvan duurzamere goederen. Op de website “Green Public Procurement Criteria and Requirements” zijn deze vrijwillige criteria te raadplegen.

Relevante bepalingen uit Richtlijn 2014/24

De Europese algemene aanbestedingsrichtlijn (Richtlijn 2014/24) faciliteert de transitie naar het gebruik van milieuvriendelijkere alternatieven in meerdere opzichten:

  • Artikel 18, lid 2 gebiedt de lidstaten naleving van milieurechtelijke verplichtingen te waarborgen, waarbij Bijlage X van de Richtlijn verscheidene internationale milieuovereenkomsten vermeldt als bron voor de milieucriteria. Artikel 2.81, lid 2 Aanbestedingswet 2012 implementeert dit beginsel;
  • Artikel 42, lid 3, sub a geeft weer dat de technische specificaties van een opdracht milieueisen mogen betreffen;
  • Artikel 57, lid 3 biedt aanbestedende diensten de mogelijkheid een onderneming uit te sluiten van deelname aan een aanbestedingsprocedure om dwingende redenen van algemeen belang, zoals bescherming van het milieu; lid 4, sub a specificeert bovendien een uitsluitingsgrond wanneer de onderneming de verplichtingen uit artikel 18, lid 2 heeft geschonden;
  • Artikel 67, lid 2: de aanbestedende dienst mag de economisch meest voordelige inschrijving onder andere op basis van milieuaspecten vaststellen, die inbegrepen zijn in het kwaliteitsonderdeel van de beste prijskwaliteitsverhouding (zie hiervoor ook overweging 96). De methoden voor raming en uiteensplitsing van levenscycluskosten staan beschreven in artikel 68.
  • Artikel 69, lid 3, tezamen met lid 2 sub d en artikel 18 lid 2: het afwijzen van een abnormaal lage inschrijving bij niet-nakoming van dwingende milieurechtelijke voorschriften.
  • Overweging 88: een aanbestedende dienst mag milieubeheermaatregelen en/of milieubeheersystemen verlangen van uitvoerders, maar dient dan ingevolge artikel 62 lid 2 te verwijzen naar het EU Eco-Management and Audit Scheme of een anderszins EU-rechtelijk erkend milieubeheersysteem (zie artikel 45 Verordening 1221/2009).

Specifiek relevant in het kader van de vraag is overweging 97, die over het opnemen van milieucriteria/voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht, ongeacht of dit een tot werk, levering of dienst betreft, stelt dat de aanbestedende dienst “in ieder opzicht en in elk stadium van de levenscyclus, van de winning van grondstoffen voor het product tot de verwijdering van het product, gunningscriteria of contractvoorwaarden [moet] kunnen hanteren, onder meer factoren die verband houden met het specifieke proces van productie, verrichting of verhandeling de voorwaarden daarvoor, of met een specifiek proces in een verder stadium van de levenscyclus, zelfs als deze factoren niet tot de materiële essentie van het werk, de levering of de dienst behoren. Criteria en voorwaarden voor dit productie- of verrichtingsproces zijn bijvoorbeeld dat bij de vervaardiging van de aangekochte producten geen toxische chemische stoffen zijn gebruikt, of dat de aangekochte diensten worden verricht met gebruikmaking van energie-efficiënte machines.”

Keurmerken

Voor de aanbestedende dienst kan de optie bestaan om aansluiting bij een keurmerk, bijvoorbeeld een eco-label, verplicht te stellen. De Richtlijn en de Aanbestedingswet 2012 staan het eisen van aansluiting bij een specifiek keurmerken toe, maar verbinden er tevens zes voorwaarden aan ingevolge overweging 75 en artikel 43 van de Richtlijn, respectievelijk artikel 2.78 Aw:

  • álle keurmerkeisen dienen verband te houden met het voorwerp van de opdracht;
  • de keurmerkeisen zijn geschikt voor de omschrijving van de kenmerken van de werken, diensten of leveringen;
  • de keurmerkeisen zijn vastgesteld op basis van objectief controleerbare criteria;
  • het keurmerk is vastgesteld in een open en transparante procedure waaraan alle belanghebbenden kunnen deelnemen;
  • het keurmerk is beschikbaar en toegankelijk voor alle belanghebbenden;
  • de keurmerkeisen worden vastgesteld door een derde partij waarover de onderneming die het keurmerk aanvraagt, geen beslissende invloed heeft. is het ingevolge het proportionaliteitsbeginsel verstandiger om de voorwaarden waaronder het keurmerk verleend wordt integraal in het bestek op te nemen.

Ook met betrekking tot het proportionaliteits- of evenredigheidsbeginsel moet een inschrijvende partij de gelegenheid krijgen om aan te tonen aan de voorwaarden te voldoen, ook al is die niet aangesloten bij een keurmerk.

Manifesten en Convenanten

In het Nationaal plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) 2021–2025 gaven de ministeries IenW, BZK, SZW, EZK, BZ en OCW het Manifest MVI op als een succes. In 2023 heeft het manifest MVI meer dan 170 ondertekenaars, waarvan ruim 90 overheidsorganisaties en semi-overheidsorganisaties. De motivatie van het manifest betreft het bereiken van maatschappelijke effecten met inkoopbeleid op zes grote thema’s:

  1. Milieu
  2. Klimaat
  3. Circulair
  4. Ketenverantwoordelijkheid
  5. Diversiteit en inclusie
  6. Social return

Het nationaal plan heeft ook aanvullende instrumenten opgeleverd, zoals de maatschappelijk verantwoord Inkopen criteriatool. Omdat de website uit Engelse termen bestaat, spreekt men van de Sustainable Public Procurement Criteria, afgekort tot SPP.

Tot slot heeft het Nationaal Plan Maatschappelijk Verantwoord Inkopen verscheidene actielijnen uitgezet, waaronder het aanjagen van Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeverschap. De betekenis van dit MVO is naast agendastelling en bewustwording het actief uitdragen van verantwoorde praktijkvoorbeelden. Hierbij slaan overheid, brancheorganisaties, bedrijfsleven, vakbonden en maatschappelijke organisaties de handen ineen en leggen zij afspraken omtrent specifieke risicogebieden vast in zogeheten convenanten. Voor bepaalde sectoren zijn er zijn standaard convenanten waar bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen zich bij kunnen aansluiten. Naar die convenanten kan worden verwezen bij aanbesteding of inkoop. Kijk op de website van de SER voor welke sectoren er convenanten zijn en wat die inhouden.

Meer informatie

KED legt uit: Verantwoord aanbesteden, Kenniscentrum Europa Decentraal

Duurzaam aanbesteden, Kenniscentrum Europa Decentraal