Autoriteiten die toezicht houden op de verwerking van persoonsgegevens moeten beslissingen daarover nemen in de vorm van een besluit waartegen bezwaar mogelijk is
Richtlijn 2016/680 verzekert de legitieme verwerking van persoonsgegevens bij juridische onderzoeken en strafrechtelijke vervolging. Vanwege de gevoelige aard van deze gegevens, kunnen betrokkenen hun recht van inzake en recht om in beroep te gaan tegen de verwerking niet direct uitoefenen naar de verwerker. In plaats daarvan, gaat dit via een toezichthouder. Maar maakt de toezichthouder een juridisch bindend besluit als deze de rechten van een betrokkene uitoefent? En heeft de betrokkene de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen dit besluit? Onder meer deze vragen worden behandeld in deze zaak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.