Europees recht en beleid

Laatste update: 20 april 2023

Contact:


De vervoerssector en het recht inzake vervoer kent een geheel eigen jargon. Om de termen die in dit dossier terugkeren enigszins te verduidelijken, worden hieronder enkele definities van veelgebruikte begrippen op een rij gezet. De meeste van deze definities kunt u terugvinden in artikel 2 van de PSO-Verordening.

Actieve mobiliteit

Met actieve mobiliteit wordt mobiliteit bedoeld waarbij ook fysieke activiteit komt kijken bedoeld, zoals lopen of fietsen. Deze term wordt onder meer ten aanzien van het kader voor stedelijke mobiliteit gebruikt.

Bevoegde instantie

In de PSO-verordening wordt de term ‘bevoegde instantie’ omschreven als een ‘overheid of groepering van overheden van één of meer lidstaten die bevoegd is/zijn om op te treden in het openbaar personenvervoer (zie definitie openbaar personenvervoer) in een bepaald geografisch gebied, of elke andere entiteit die over deze bevoegdheid beschikt’. In de praktijk betreft dit, afhankelijk van de vorm van openbaar personenvervoer waarvan sprake is, veelal gemeenten of provincies.

Concessie

Een concessie voor het uitvoeren van openbaar vervoersdiensten betreft eenzelfde overeenkomst als een overheidsopdracht voor diensten, met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de te verlenen vervoersdiensten bestaat hetzij uit uitsluitend het recht de dienst te exploiteren, hetzij uit dit recht, gepaard gaande met een prijs.

Contractvervoer

Contractvervoer is personenvervoer voor speciale groepen reizigers. Hieronder bevinden zich veel groepen kwetsbare mensen. Daarom moet het vervoer goed geregeld zijn. Vormen van contractvervoer zijn: Regiotaxi, Wmo-vervoer, Valys, leerlingenvervoer en (zittend) ziekenvervoer. Gemeenten en provincies besteden dit vervoer aan.

ERTMS

Het European Rail Traffic Management System (ERTMS) is een signalerings- en snelheidscontrolesysteem voor Europees treinverkeer dat de onderlinge compatibiliteit van nationale spoorwegsystemen verzekert. Als gevolg hiervan dalen aanschaf- en onderhoudskosten van signaleringssystemen en kan treinverkeer sneller en veiliger verlopen. Het ERTMS bestaat uit het European Train Control System (ETCS), het Global System for Mobile Communications for Railways (GSM-R) en operationele regels. Voor ETCS en GSM-R gelden verplichte en facultatieve technische specificaties. Richtlijn 2016/797 is van belang voor het ERTMS.

Interne exploitant

Een interne exploitant is volgens de PSO-verordening ‘een juridisch onafhankelijke entiteit waarover een bevoegde plaatselijke overheid – of in geval van een groepering van overheden, ten minste één bevoegde plaatselijke overheid – net als over haar eigen diensten zeggenschap uitoefent’.

Micromobiliteit

Met micromobiliteit wordt gedoeld op mobiliteit door middel van kleine, lichtgewicht elektrische voertuigen die bedoeld zijn voor lage snelheden. Voorbeelden hiervan zijn elektrische fietsen, rolschaatsen, scooters en steps.

Multimodaal vervoer

Multimodaal vervoer kan omschreven worden als vervoer dat geschiedt onder één contract, bij één vervoerder (juridisch technisch gezien), op één traject, met gebruikmaking van twee of meer verschillende vervoersvormen.

Bron: Hooydonk, E. van, ‘Juridische Aspecten van het Multimodaal Vervoer’, in Multimodaal Vervoer: zoektocht naar synergie tussen de modi, red. Blauwens, G. en F. Witlox, Antwerpen/Apeldoorn: Garant uitgevers, 2002.

Openbaar personenvervoer

Openbaar personenvervoer wordt in de PSO-verordening gedefinieerd als ‘personenvervoersdiensten van algemeen economisch belang, die op permanente en niet-discriminerende basis aan het publiek worden aangeboden’.

Elementen die in deze definitiebepaling een belangrijke rol spelen zijn:
– het begrip ‘algemeen economisch belang’,
– de term ‘permanente’,
– de zinsnede ‘op niet-discriminerende basis’ en
– de passage ‘die aan het publiek worden aangeboden’.

Wilt u als decentrale overheid bepalen of bepalingen over openbaar personenvervoer die zijn neergelegd in de PSO-verordening op een willekeurige casus van toepassing zijn? Dan dient u met name deze vier elementen in ogenschouw te nemen.

Openbaredienstverplichting

Wordt er in de PSO-verordening gerefereerd aan het begrip ‘openbaredienstverplichting’ dan wordt hiermee bedoeld: door een bevoegde instantie met het oog op de algemene dienstverlening inzake openbaar personenvervoer omschreven of vastgestelde prestatie die een exploitant, indien hij zich door zijn eigen commerciële belangen zou laten leiden, zonder compensatie niet, of niet in dezelfde mate of onder dezelfde voorwaarden, zou leveren.

Vervoerssector

Een ‘onderneming’/vervoerder/vervoersbedrijf valt in Europeesrechtelijke zin alleen onder de sector vervoer, wanneer het verrichten van vervoer haar hoofdactiviteit is. Vervoer dat voor eigen rekening wordt verricht en niet voor derden, valt niet onder de vervoerssector. Vervoersbeleid en aanbestedingsregelgeving die expliciet toezien op de sector vervoer, zijn daarom in beginsel niet op dit type vervoer van toepassing. Dit kan afgeleid worden uit de twee Renove arresten van het Europese Hof van Justitie (Zaak C-351/98 en C-409/00).

‘vervuiler betaalt’-principe

Aangezien het een taak van de decentrale overheden is om vervuiling te voorkomen, zouden zij het ‘vervuiler betaalt’-principe kunnen toepassen. In het kort houdt dit principe in dat er een mogelijkheid is tot internalisering van externe kosten om een correct prijspeil vast te stellen. Gebruikers dragen dan de reële kosten die zij veroorzaken en worden er op deze manier toe aangezet om hun vervuilende gedrag te wijzigen. Met het wijzigen van het gedrag kan de gebruiker de kosten namelijk zoveel mogelijk drukken.