Europees recht en beleid

Laatste update: 6 maart 2024

Contact:


De eisen voor afvalwater zijn belangrijk voor het bereiken van een goede toestand van het water. De minimumeisen worden daarom ook wel gezien als een basismaatregel in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW; Richtlijn 2000/60, meer informatie op onze hoofdpagina waterbeheer).

Afvalwater speelt daarnaast een belangrijke rol in de circulaire economie. Bij de behandeling van afvalwater kunnen er grondstoffen en nutriënten uit worden teruggewonnen. Deze kunnen worden hergebruikt, bijvoorbeeld in de landbouw. Om het veilige hergebruik ervan te kunnen waarborgen heeft de EU regels voor het hergebruik van zuiveringsslib en afvalwater opgesteld. 

Circulaire Economie & de Green Deal 

Afvalwater speelt een belangrijke rol in de overgang naar de circulaire economie. Waterschaarste wordt in veel lidstaten namelijk een steeds groter probleem. Efficiënt watergebruik is daarom van belang. Door gezuiverd afvalwater her te gebruiken kan het gebruik van water uit waterlichamen en het gebruik van grondwater worden beperkt; daardoor kan er worden gezorgd voor voldoende grondwater zoals vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water. Gezuiverd afvalwater en de gezuiverde nutriënten kunnen ook worden hergebruikt. 

De wetgeving rondom afvalwater is herzien in het kader van de Green Deal (2020) en het actieplan voor de Circulaire Economie (2020). Het gaat dan over nieuwe plannen, maar ook herzien van bestaande wetgeving, zodat deze beter aansluit bij de uitdagingen van nu. Als onderdeel hiervan heeft de Commissie in 2022 een voorstel gedaan om de de Richtlijn behandeling stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271) aan te passen, hieronder meer daarover.

Daarnaast heeft de Commissie in 2022 ook een raadpleging gepubliceerd over het actieplan voor beter beheer van nutriënten dat als doel heeft om nutriëntenvervuiling tegen te gaan.  Naar verwachting zal de Commissie dit actieplan in 2023 aannemen. Verder heeft de Commissie aangekondigd om ook een herziening van de Richtlijn Zuiveringsslib (Richtlijn 86/278) in overweging te nemen.

Europees Afvalwaterbeleid 

Richtlijn behandeling Stedelijk Afvalwater 

De regels voor de behandeling van stedelijk afvalwater zijn hoofdzakelijk vastgelegd in de Richtlijn stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271). Deze Richtlijn bevat definities, principes, doelstellingen en behandelingsmethoden voor de verschillende soorten afvalwater. 

Stedelijk afvalwater omvat volgens de Richtlijn Behandeling stedelijk afvalwater (91/271) zowel huishoudelijk afvalwater als mogelijke combinaties van huishoudelijk afvalwater, industrieel afvalwater en afvloeiend hemelwater.

De Richtlijn maakt onderscheid tussen primaire, secundaire en verdergaande zuivering van stedelijk afvalwater. De Richtlijn verplicht lidstaten om in stedelijke gebieden met tenminste 2 000 inwoners het lokale afvalwater op te vangen. Het zuiveringsniveau hangt vervolgens af van de kwetsbaarheid van het water waarin het afvalwater wordt geloosd. In de praktijk blijkt dat de helft van alle lidstaten hun volledige grondgebied als kwetsbaar gebied hebben aangemerkt. 

Verder stelt de Richtlijn eisen aan het opvangsysteem – het rioolstelsel- de waterzuiveringsinstallaties, industrieel afvalwater en zuiveringsslib. 

Stand van Zaken 

De Commissie heeft in 2022 een voorstel gedaan om de oude richtlijn te herzien. Uit een evaluatie van de oude richtlijn in 2019 bleek dat de wet ontoereikend was ten opzichte van klimaat-, milieu en gezondheidsoverwegingen. Daarom introduceert de Commissie nieuwe normen en doelstellingen op deze gebieden.

Zo introduceert het voorstel een reeks doelstellingen om alle stedelijke waterzuiveringsinstallaties klimaatneutraal te maken voor 2040. De opwekking van energie uit biogas moet hier een grote rol in spelen. Daarnaast stelt de Richtlijn ook nieuwe normen voor microverontreinigingen en monitoringseisen voor microplastics. Verder introduceert het voorstel de eis om afvalwater systematisch te controleren op virussen en antimicrobiële resistentie.

Richtlijn zuiveringsslib 

Door de uitvoering van de Richtlijn stedelijk afvalwater neemt de hoeveelheid zuiveringsslib toe. Zuiveringsslib is het restproduct na afvalwaterzuivering. Omdat zuiveringsslib rijk is aan nutriënten en organische stoffen kan het worden hergebruikt in de landbouw, als bodemverbeteraar. Het is daarmee een alternatief voor chemische meststoffen. Om het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw te regelen en een juist gebruik ervan te bevorderen is Richtlijn 86/278 opgesteld. De Richtlijn stelt onder andere vast dat het slib ten minste om de zes maanden dient te worden geanalyseerd. Daarnaast legt de Richtlijn grenswaarden voor de concentratie van metalen vast. De Richtlijn verplicht lidstaten tevens bij te houden hoeveel slib geproduceerd is, welke behandelingsmethode het heeft ondergaan en de plaatsen waar het slib wordt gebruikt. 

Hergebruik van afvalwater 

Water is een schaarse grondstof. Om hergebruik van water mogelijk te maken, zijn er regels en minimumeisen voor het hergebruik van afvalwater opgesteld.

Verordening (EU) 2020/741 is van toepassing op het hergebruik van gezuiverd stedelijk afvalwater voor landbouwirrigatie. Deze Verordening stelt minimumeisen aan de waterkwaliteit van herbruikbaar water en legt de mogelijke irrigatiemethoden vast. Ook specificeert het voor welke gewascategorieën het water mag worden hergebruikt. Omdat de regels voor de minimumeisen voor hergebruik van water zijn vastgelegd in een verordening, zijn ze daarmee rechtstreeks van toepassing in elke lidstaat. De Commissie publiceerde in 2022 Richtsnoeren die een aantal administratieve verplichtingen en technische aspecten uit Verordening 2020/741 verduidelijken. 

Voor de productie en levering van teruggewonnen water is een vergunning nodig. Onderdeel van de vergunning is een risicobeheerplan dat de terugwinningsinstallatie en andere verantwoordelijke partijen en gebruikers moeten opstellen. Hierbij moet onder andere worden beschreven wat de risico’s zijn voor het milieu en de volksgezondheid. In het risicobeheerplan moet ook rekening worden gehouden met de vereisten en verplichtingen uit andere richtlijnen zoals de Kaderrichtlijn Water (2000/60), de Drinkwaterrichtlijn (Richtlijn 98/83), de Grondwaterrichtlijn (2006/118) en de Richtlijn Prioritaire Stoffen (2008/105)

Nationaal afvalwaterbeleid 

Stedelijk afvalwater 

De Richtlijn Behandeling van stedelijk afvalwater is in Nederland voornamelijk geïmplementeerd in de Omgevingswet en Algemene maatregelen van Bestuur (AMvB’s) onder de Waterwet – met name het Bal (Besluit activiteiten leefomgeving) – en de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht).  

Nederland heeft het hele grondgebied aangewezen als een kwetsbaar gebied waardoor de eisen met betrekking tot verdergaande zuivering van toepassing zijn. Daarnaast geldt op grond van de wet milieubeheer de voorkeursvolgorde voor afvalwater. Dit principe geeft aan hoe er met afvalwater moet worden omgegaan: in eerste instantie moet het ontstaan van afvalwater worden voorkomen. Vervolgens moet afvalwater zo min mogelijk verontreiniging bevatten.

Zuiveringsslib 

In Nederland wordt zuiveringsslib niet hergebruikt in verband met milieueisen en de concurrentie met dierlijke mest. Zo zijn er zorgen rondom PFAS en microplastics. Zuiveringsslib wordt daarom in Nederland verbrand. 

Hergebruik van afvalwater 

In Nederland is er geen specifiek beleid dat kwaliteitseisen stelt aan het gezuiverde afvalwater voor gebruik als irrigatiewater in de landbouw. Gezuiverd afvalwater voldoet aan de vereisten uit de Richtlijn Stedelijk Afvalwater. Lidstaten kunnen aanvullende voorwaarden stellen voor de waterkwaliteit, bijvoorbeeld op het gebied van zware metalen en zorgwekkend wordende stoffen. 

In het Grondstoffenakkoord en het Interbestuurlijk Programma is als doel gesteld om uiterlijk in 2050 een volledig circulaire economie tot stand te brengen. IPO, VNG en UvW maken deel uit van het uitvoeringsprogramma circulaire economie. 

Decentrale relevantie 

Gemeenten en waterschappen dragen zorg voor stedelijk afvalwater. Gemeenten dragen zorg voor de inzameling van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Gemeenten geven hier invulling aan in het gemeentelijk rioleringsplan. De eisen die de Richtlijn Stedelijk afvalwater stelt aan de opvangsystemen voor afvalwater zijn dus relevant voor gemeenten. Opvangsystemen moeten bijvoorbeeld lekkages voorkomen en verontreiniging beperken. 

Waterschappen dragen zorg voor de zuivering van afvalwater. De eisen die de Richtlijn Stedelijk Afvalwater stelt aan het afvalwater, behandelingsmethoden en waterzuiveringsinstallaties zijn van toepassing op waterschappen. De Richtlijn stelt bijvoorbeeld eisen aan het aantal monsters en aan de biologische en chemische toestand van het gezuiverde afvalwater. In het kader van de circulaire economie werken de Nederlandse waterschappen samen via de energie- en grondstoffenfabriek (Waterfabriek). Dit is een initiatief van de waterschappen om energie en grondstoffen uit afvalwater terug te winnen. 

Provincies kunnen in een provinciale milieuverordening (PMV) aanvullende eisen stellen bij waterlozingen op de bodem. Zo’n verordening wijst gebieden aan waar aanvullende eisen gelden ten opzichte van de algemene regels, bijvoorbeeld grondwaterbeschermingsgebieden. 

Verder zullen decentrale overheden te maken krijgen met Europese regels rond afvalwater bij het opstellen van de risicobeheerplannen, het verstrekken van vergunningen en het controleren op de naleving van gestelde eisen.