CO2 is een van de belangrijkste broeikasgassen die bijdragen aan klimaatverandering. Om verdere klimaatverandering te voorkomen zijn er afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het afvangen en opslaan van CO2 kan bijdragen aan het verminderen van CO2 uitstoot.
Door middel van Carbon Capture and Storage (CCS) wordt CO2 opgevangen, via buizen vervoerd en diep onder de grond opgeslagen. Dit betekent dat de CO2 voor onbeperkte duur opgeslagen is en daardoor niet bijdraagt aan de klimaatverandering De opslag van Co2 heeft impact op decentrale overheden aangezien zij verantwoordelijk kunnen zijn voor het opslagproces. Daarnaast heeft de opslag van CO2 gevolgen voor de ruimtelijke ordening.
Europees beleid
Geologische opslag
De Europese Richtlijn betreffende de geologische opslag van kooldioxide (ook wel bekend als de CCS-richtlijn 2009/31/EG), is een wettelijk kader voor de afvang en opslag van CO2. Het belangrijkste doel van de richtlijn is dat de opslag veilig gebeurt. Bij de permanente opslag van CO2 moeten negatieve effecten op en risico’s voor het milieu en de volksgezondheid worden voorkomen of zoveel mogelijk worden weggenomen. Er mag bijvoorbeeld geen CO2 worden opgeslagen in waterlichamen.
Daarnaast stelt de richtlijn welke vergunningen verplicht zijn voor een CO2-opslagproject, en waar vergunning aan dienen te voldoen. Zo is een opslagvergunning verplicht. Een lidstaat mag zelf ervoor kiezen of een exploratievergunning nodig is. Lidstaten moeten de opslagvergunningsaanvragen en bijbehorende documenten aan de Commissie beschikbaar stellen zodat de Commissie een niet-bindend advies kan uitbrengen.
Verder stelt de richtlijn ook eisen aan het monitoren van de CO2-opslag en verplicht het lidstaten milieu-informatie die betrekking heeft op de opslag van CO2 aan het publiek ter beschikking te stellen.
Naast Europese regelgeving is ook internationale regelgeving van toepassing op de opslag van CO2, zoals de OSPAR conventie en de conventie van London.
Green Deal
Om schone energie te bevorderen zet de Europese Commissie in op slimme infrastructuur. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van nieuwe technologieën en worden verschillende sectoren geïntegreerd. Dit moet ook de uitrol van koolstofafvang,- en opslag gaan bevorderen.
Nationaal beleid
De richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in de Mijnbouwwet. De minister voor Economische Zaken en Klimaat is het bevoegd gezag inzake de opslagvergunning, de vergunning voor permanent opslaan van CO2 en de vergunning voor opsporen van Co2 opslagcomplexen. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) houdt toezicht op de naleving van de Mijnbouwet.
Voor het realiseren van CO2 opslag projecten zijn naast de Mijnbouwwet ook bijvoorbeeld de Wet milieubeheer, de Wet ruimtelijke ordening, de Crisis en Herstelwet, de Waterwet, de Wet Natuurbescherming, de Wet bodembescherming van belang.
In Nederland, maar ook in veel andere EU-landen, is CCS vooralsnog echter nog niet van de grond gekomen. Wel vindt er hergebruik van CO2 in de glastuinbouw plaats. Ook is er veel onderzoek gedaan naar CSS in lege gasvelden onder de zeebodem. Zo is er sinds 2004 CO2 opgeslagen onder de bodem van de Nederlandse Noordzee.
Klimaatakkoord
In het Klimaatakkoord wordt de afvang, het transport en de opslag van de door industrie geproduceerde CO2 als belangrijk gezien in de mix van technische maatregelen om klimaatdoelstellingen kosteneffectief te halen. Zeker gezien de maatregelen als het sluiten van kolencentrales en het heffen van CO2-belasting voor energiecentrales. Daarbij wordt wel benadrukt dat CCS de structurele ontwikkelingen van alternatieve klimaat neutrale technieken of activiteiten niet in de weg mag staan.
Decentrale relevantie
Omdat de opslag van CO2 in Nederland is aangemerkt als een project van nationaal belang, coördineert de Rijksoverheid de besluitvorming van deze projecten via de Rijks Coördinatie Regeling (RCR). Door de RCR worden de verschillende besluiten op het gebied van vergunningen en ontheffingen die nodig zijn voor een CO2 opslag project tegelijkertijd en in onderling overleg genomen met het bevoegd gezag. Onder de RCR valt ook het coördineren van het Milieueffectrapport (MER).
Provincies, gemeenten en de waterschappen blijven bevoegd gezag bij verschillende vergunningsaanvragen en bestemmingsplanwijzigingen. In het geval van CO2 opslag projecten kan dit voor decentrale overheden gaan om:
- Omgevingsvergunning
- Watervergunning
- Natuurvergunning of ontheffing Wet natuurbescherming
- Ontheffing Ontgrondingenwet
- Melding Wet bodembescherming
Lokale en provinciale overheden beslissen en toetsen met het rijk deze vergunningsaanvraag. De Rijks Coördinatie Regeling kan ook op delen van deze CO2 projecten toepassing zijn. Daarnaast zijn decentrale overheden betrokken bij de informatievoorziening aan burgers omtrent de CCS projecten.
Overzicht Europese wetgeving CO2 opslag
• Richtlijn betreffende de geologische opslag van kooldioxide (ook wel bekend als de CCS-richtlijn 2009/31/EG)