Europees recht en beleid

Laatste update: 2 mei 2023

Contact:


Voedselproductie is essentieel, mede in het licht van de bevolkingsgroei en veranderende voedingsgewoonten. Maar de landbouw moet tegelijkertijd ook verduurzamen. De huidige manier van voedselproductie en -consumptie is namelijk behoorlijk belastend voor milieu en klimaat, bijvoorbeeld door het gebruik van pesticiden en intensieve landbouwmethoden. De gevolgen van klimaatverandering zijn daarnaast een uitdaging voor het huidige voedselsysteem: de landbouwsector wordt steeds meer getroffen door extreme weersomstandigheden zoals zware regenval en langdurige droogte. 

De Europese landbouwregels zorgen voor een evenwicht tussen economie en natuur. Het Europese landbouwbeleid stimuleert enerzijds de landbouwproductie zodat er voldoende, veilig en betaalbaar voedsel wordt geproduceerd. Met dat doel wordt de landbouwsector financieel ondersteund door het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Anderzijds stelt het GLB in toenemende mate eisen aan landbouwpraktijken en -methoden. Zo zijn er ook verduurzamingsvoorwaarden verbonden aan financiële steun. Ook moeten boeren rekening houden met milieu- en klimaatwetgeving, bijvoorbeeld op het gebied van meststoffen, stikstof en pesticiden.

Deze pagina biedt een overzicht van de Europese regelgeving die relevant is voor de landbouwsector. Allereerst wordt het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid besproken omdat dit de kern vormt van het Europese landbouwbeleid. Het Europese landbouwbeleid wordt verder aangevuld door specifieke wetgeving op het gebied van duurzame en biologische productie, hergebruik van water, gewasbescherming, gebruik van meststoffen, kringlooplandbouw en natuurbescherming. Deze pagina biedt een overzicht waar deze onderwerpen raken aan de landbouwsector. Daarnaast licht deze pagina de plannen uit de Green Deal, het milieu- en klimaatprogramma van de Europese Commissie, die gevolgen hebben voor de landbouwsector verder toe.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)

Het beleid voor de Europese land- en tuinbouw wordt grotendeels bepaald en ondersteund door het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Het GLB is een belangrijk beleidsterrein van de Europese Unie: jaarlijks gaat zo’n 30% van het totale budget van de Europese Unie naar de uitvoering ervan. Het GLB bestaat uit twee pijlers: landbouwondersteuning en plattelandsontwikkeling. Het richt zich voornamelijk op inkomenssteun voor boeren, marktregulering, plattelandsontwikkeling en verduurzaming. Hierover leest u meer op onze pagina Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Landbouw en de Green Deal

De verduurzaming van het voedselsysteem is een kernelement van de Green Deal. Dit Europese beleidsprogramma bevat een aantal onderdelen voor de landbouwsector. Wat betreft het productieproces legt de Commissie nadruk op pesticiden en nutriënten, landbouwpraktijken en -methodes en circulaire agrarische productie. De Commissie wil maatregelen nemen om het gebruik van chemische en gevaarlijke pesticiden te verminderen, de afhankelijkheid van pesticiden te verkleinen en het gebruik van meststoffen terug te dringen. Op het gebied van landbouwpraktijken en -methoden wil de Commissie maatregelen nemen om klimaatvriendelijke landbouw te bevorderen. Zo moet er meer organische landbouw worden bedreven en moeten meer duurzame landbouwpraktijken worden toegepast, zoals precisielandbouw, agro-ecologie en agrobosbouw. Verschillende strategieën die onderdeel uitmaken van de Green Deal bevatten plannen en doelstellingen voor de landbouwsector.

  • De  ‘van-boer-tot-bord-strategie’ bevat plannen voor zowel de thema’s pesticiden, nutriënten, organische landbouw, koolstofvastlegging door landbouwers en bosbouwers, duurzame diervoeding, voedselverspilling en afval als ook voor de uitrol van internet in plattelandsgebieden. Daarnaast zijn er plannen in opgenomen voor beschikbaarstelling van fondsen voor innovatie, onderzoek en samenwerking. Meer informatie over de “van boer tot bord”-strategie leest u in ons artikel ‘Farm to Fork-strategie’-volledige analyse
  • De Biodiversiteitsstrategie bevat plannen voor bio-energie, bodemherstel, landbouw en pesticiden en vervuiling. Een volledige duiding van deze strategie leest u in ons nieuwbericht: biodiversiteitsstrategie 2030

Duurzame en Biologische Landbouw 

Biologische landbouw is een voorbeeld van een duurzame landbouwpraktijk. Biologische boeren moeten zich houden aan verschillende Europese voorschriften en eisen. Zo is er een omschakelingsperiode voor landbouwers die biologisch willen gaan produceren. Ook worden er eisen gesteld aan bestrijdingsmiddelen, meststoffen en bodemverbeteringsmiddelen. 

De Europese regelgeving voor biologische landbouw is vastgelegd in: 

  • Verordening 2018/848: de ‘bio-verordening’. Treedt in werking per 1 januari 2022. Bevat de eisen voor biologische landbouwproductie en voor de etikettering van biologische producten. Vervangt Verordening 834/2007;
  • Verordening 889/2008:  een uitvoeringsverordening. Bevat gedetailleerde productievoorschriften, etiketteringsregels en controlevereisten. Deze verordening bevat bijvoorbeeld verplichtingen met betrekking tot toegestane meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen;
  • Verordening 834/2007: wordt ingetrokken en vervangen door Verordening 2018/848, op het overgangsrecht na. Vervalt volledig per 31 december 2023. Bevat de basiswetgeving zoals definities, doelstellingen en beginselen van biologische productie en etikettering.

De Europese regels zijn in de Nederlandse Landbouwkwaliteitswet opgenomen. In Nederland is Skal de organisatie die toezicht houdt op de biologische productieketen. 

Vanuit de EU is er (financiële) steun voor biologische boeren. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en de daar bijbehorende fondsen en subsidies ondersteunen bijvoorbeeld de omschakeling naar duurzame landbouwpraktijken. 

Stand van Zaken: nieuwe biologische productie-Verordening 

Op 1 januari 2022 is Verordening 2018/848 in werking getreden. Hiermee wordt Verordening 834/2007 ingetrokken. De nieuwe Verordening is een vereenvoudiging en aanscherping van de eerder bestaande regelgeving. Het zorgt voor een geleidelijke afschaffing van enkele uitzonderingen en introduceert striktere voorzorgsmaatregelen. Landbouwers moeten strengere maatregelen nemen om te voorkomen dat pesticiden die worden gebruikt voor niet-biologische landbouwgewassen in aanraking komen met de biologische productie. Daarnaast biedt de nieuwe Verordening een vereenvoudigde mogelijkheid voor certificering voor kleine boeren door de invoering van een systeem van groepscertificering. Kleine landbouwbedrijven kunnen een groep vormen om de inspectie, certificeringskosten en de administratieve lasten te verminderen. 

Green Deal & GLB: 25% biologische landbouw 

De Green Deal, de ‘van boer tot bord’-strategie en de Biodiversiteitsstrategie voor 2030 willen biologische landbouw verder bevorderen. De centrale doelstelling is dat tegen 2030 ten minste 25% van de landbouwgrond van de EU voor biologische landbouw wordt gebruikt. 

In maart 2021 heeft de Europese Commissie het Actieplan biologische productie gelanceerd, met maatregelen om deze doelstelling te behalen. Het actieplan bestaat uit 23 acties om de consumptie van biologische producten te stimuleren, de productie op te voeren en de sector verder te verduurzamen. Zo moet het gebruik van blokchain en andere traceerbaarheidstechnologieën worden verbeterd en moet lokale verwerking en consumptie (korte ketens) worden versterkt. De strategie moedigt lidstaten verder aan om nationale strategieën voor biologische landbouw op te stellen. 

Het nieuwe GLB zal duurzame landbouwpraktijken zoals biologische landbouw verder stimuleren via zogeheten eco-regelingen. Andere duurzame landbouwpraktijken zijn bijvoorbeeld agro-ecologie, agroforestry en precisielandbouw. Meer informatie hierover vindt u op onze pagina over het GLB. 

Regelgeving hergebruik van afvalwater in de landbouw 

Hergebruik van grondstoffen en hulpbronnen is een onderdeel van de verduurzaming van de landbouwsector. Water is een schaarse hulpbron die veelvuldig wordt gebruikt door de landbouw, met name voor irrigatie. Verordening 2020/741 inzake minimumeisen voor het hergebruik van water stimuleert een circulaire benadering van water in de landbouwsector en ondersteunt klimaatadaptatie. De Verordening stelt minimumeisen aan de waterkwaliteit en legt toegestane irrigatiemethoden vast. Ook specificeert het voor welke gewascategorieën water mag worden hergebruikt. Meer informatie over deze Verordening vindt u op onze pagina over afvalwater

Regelgeving over gewasbescherming en bestrijdingsmiddelen 

In de agrarische sector worden pesticiden gebruikt om gewassen te beschermen tegen schadelijke organismen, plagen en ziekten. Deze pesticiden kunnen schadelijke chemische stoffen bevatten die in het oppervlaktewater, de bodem of in voedsel terecht kunnen komen. Dit levert risico’s op voor het milieu en voor de gezondheid van mens en dier. Sinds 1991 is er Europese regelgeving voor de toelating en het gebruik van pesticiden. Meer informatie over het Europese gewasbescherming- en pesticidenbeleid vindt u op onze pagina over pesticiden. 

Regelgeving over meststoffen

In de agrarische sector wordt (kunst-)mest gebruikt om gewassen te laten groeien. Kunstmest bevat onder meer stikstof en fosfaat. Dit zijn essentiële voedingstoffen voor planten. Te veel mest op de bodem heeft echter gevolgen voor het oppervlaktewater en grondwater. Om waterverontreiniging door meststoffen te verminderen en verdere verontreiniging te voorkomen heeft de Europese Unie regels opgesteld voor meststoffen. Meer informatie vindt u op onze pagina over meststoffen

Kringlooplandbouw en de circulaire bio-economie

Boeren kunnen bijdragen aan een circulaire bio-economie door grondstoffen en nutriënten terug te winnen, hernieuwbare energie op te wekken, en afval en bijproducten te hergebruiken. Aan de productie van bio-energie uit biomassa zijn echter wel criteria verbonden. Zo wordt het gebruik van voedsel en voedergewassen voor de productie van biomassa in de RED II -Richtlijn (Richtlijn 2018/2001) bijvoorbeeld ontmoedigd door een maximum op het gebruik te zetten: 7% van biobrandstoffen in de vervoerssector mag afkomstig zijn uit voedsel en voedergewassen. 

Daarnaast is de Verordening dierlijke bijproducten (1069/2009) van belang omdat die eisen stelt aan mestverwerkingsinstallaties zoals biogasinstallaties en composteerinstallaties. Ook het gebruik van afvalwater en zuiveringsslib in de landbouw draagt bij aan het circulair maken van de sector. Het gebruik van dit afvalwater en zuiveringsslib is verbonden aan specifieke wet- en regelgeving. Meer informatie hierover vindt u op onze pagina afvalwater

Green Deal en de landbouwsector 

In de Farm to Fork-strategie wijst de Commissie op de rol die de agrarische sector kan spelen bij de productie van bio-energie. Zo ziet de Commissie mogelijkheden voor de productie van hernieuwbare energie uit organisch afval zoals voedsel- en landbouwafval, mest en methaanemissies. Hiervoor zou moeten worden geïnvesteerd in anaerobe gistingstanks. Ook zouden agrariërs zonnepanelen op boerderijen en stallen kunnen plaatsen. 

In de Biodiversiteitsstrategie voor 2030 heeft de Commissie aangekondigd het gebruik van hele bomen en voedsel- en voedergewassen voor de energieproductie te willen beperken. In het voorstel voor de herziening van de RED-II blijft het maximum van 7% voor de vervoerssector onveranderd. Het voorstel scherpt wel de duurzaamheidscriteria voor bosbiomassa aan. 

Fondsen & Steun aan de landbouwsector 

De landbouwsector komt in aanmerking voor verschillende fondsen zoals het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Meer informatie vindt u in onze EU-fondsenwijzer. In de EU-wijzer voor provincies vindt u daarnaast voorbeelden van twee agrofood-projecten gesteund door Europese financiering.  Subsidies die verstrekt worden aan de landbouwsector kunnen in aanraking komen met de staatssteunregels, bijvoorbeeld met de landbouwsteunregels en de milieusteunregels. Vanwege de sterke mate van regulering en subsidiëring in deze sector, zijn de staatssteunregels voor landbouw strenger dan voor andere sectoren. Decentrale overheden moeten onder andere rekening houden met de staatssteunregels bij steun aan agrariërs voor plattelandsontwikkeling , het leveren van groenblauwe diensten, milieudoeleinden, bedrijfsverplaatsing en instandhouding van historische gebouwen of landschappen. Meer informatie hierover vindt u op onze pagina staatssteun en landbouw en staatssteun en milieu. Zie ook deze praktijkvraag over de grens tussen landbouwsteun en milieusteun.

Decentrale relevantie

Decentrale overheden hebben te maken met ontwikkelingen in de landbouw zoals de stikstofproblematiek, meststoffen of bestrijdingsmiddelen die in de bodem en het water terechtkomen, geurregelgeving, effecten van schaalvergroting of bedrijfsverplaatsing en emissiearme huisvesting. Provincies geven bijvoorbeeld natuurvergunningen af aan veehouders, gemeenten zijn verantwoordelijk voor omgevingsvergunningen.  

Decentrale overheden kunnen op verschillende manieren de landbouwsector ondersteunen. Subsidies en steunmaatregelen kunnen in aanmerking komen voor Europese cofinanciering. Daarbij moeten de Europese regels voor staatssteun en aanbesteden gerespecteerd worden.