Europees recht en beleid

Laatste update: 19 juli 2023

Contact:


Als decentrale overheden steun willen verlenen in het kader van ruimtelijke ordening, moeten zij rekening houden met de staatssteunregels. Er bestaat geen specifiek EU regime met betrekking tot steun in het kader van ruimtelijke ordening, zoals die er bijvoorbeeld wel is voor andere sectoren. Daarom is het van belang om per geval te bekijken op welke wijze projecten kunnen worden gerealiseerd zonder dat hierbij de staatssteunregels worden overtreden.

Ruimtelijke ordening, en alles wat daar onder valt, kan decentrale overheden complexe vragen over staatssteun opleveren. Staatssteun kan doorgaans het best worden voorkomen door marktconform handelen van de decentrale overheid. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer er marktconforme prijzen worden gerekend voor grondtransacties (zoals aangegeven in paragraaf 4.2 van de Mededeling betreffende het begrip ‘staatssteun’). Specifiekere informatie over staatssteun wat betreft ruimtelijke ordening (en ook gebiedsontwikkeling) is op de onderliggende pagina’s te vinden.

Openbare infrastructuur

Het staatssteunrecht is alleen van toepassing als de steun ten goede komt aan een onderneming die goederen of diensten op een markt aanbiedt en dus een economische activiteit uitoefent. De financiering van infrastructuur die niet is bedoeld om commercieel te worden geëxploiteerd, kan niet worden gezien als staatssteun. In dit geval is er sprake van openbare infrastructuur. Denk hierbij bijvoorbeeld aan wegen die kosteloos gebruikt kunnen worden door het publiek. Decentrale overheden moeten er wel voor zorgen dat de voorzieningen op niet-discriminatoire basis toegankelijk zijn, dus toegankelijk voor alle potentiële eindgebruikers. Daarnaast is het ook belangrijk om de regels voor aanbestedingen in acht te nemen.

Ook het financieren van infrastructuur die wordt gebruikt voor activiteiten die worden verricht in het kader van de uitoefening van overheidsgezag, zoals een militaire basis of vuurtorens, wordt niet als staatssteun gekwalificeerd.

Wijziging bestemmingsplan

Wanneer decentrale overheden wijzigingen aanbrengen in een bestemmingsplan, is het geen staatssteun. Zelfs als dit economische voordelen oplevert voor bepaalde ondernemingen. Dergelijke maatregelen hebben (normaal gesproken) geen effect op de begroting. Als de wijziging in het bestemmingsplan duidelijk gericht op één specifieke onderneming die daardoor wordt bevoordeeld, is staatssteun niet uitgesloten. Het is van belang dat een decentrale overheid geen nadeel ondervindt van de wijziging.

Uitvoering bestemmingsplan

Uit jurisprudentie blijkt dat de Raad van State bij de beoordeling van bestemmingsplannen slechts kijkt of staatssteun de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan belet. Er wordt gekeken of er sprake is van staatssteun en zo ja, of het project ook zonder staatssteun zou zijn gerealiseerd.

Financieel-economische uitvoerbaarheid

Als de begunstigde partij het project zonder staatssteun niet zou kunnen realiseren, is de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan niet verzekerd. De financieel-economische uitvoerbaarheid is ook niet verzekerd als er geen andere partijen zijn die het project binnen de planperiode zonder staatssteun kunnen realiseren.

Onrendabele topfinanciering

Onder onrendabele top wordt verstaan de financiële bijdrage die nodig is om de exploitatie van een project dekkend te maken, dat wil zeggen het afdekken van een verlies op de exploitatie. Decentrale overheden kunnen hiermee te maken hebben bij het financieren van herontwikkelingsprojecten in stedelijke en landelijke gebieden.

Bij financiële steun aan herontwikkelingsprojecten is het belangrijk dat er wordt voldaan aan een aantal aspecten.

Algemeen belang

De steun is voor een onrendabele activiteit, die het publiek belang dient en bijdraagt aan de Europese doelstellingen op het gebied van sociale en economische cohesie. Denk bijvoorbeeld aan veiligheid, leefbaarheid en revitalisering van dorpkernen of achterstandwijken in steden.

Minimum noodzakelijke bijdrage

De steun die wordt toegekend, is de minimum noodzakelijke bijdrage die nodig is om het project door te laten gaan. Hierdoor worden overcompensatie en kruissubsidiëring uitgesloten. Te veel betaalde steun moet worden terugbetaald.

Proportioneel

Wordt er een onrendabel project aangemeld, dan moeten de kosten vooraf onafhankelijk worden getaxeerd. De kosten moeten een reële afspiegeling zijn van de gebiedsexploitatie. Onrendabele kostenposten moeten in kaart gebracht worden.

Achteraf wordt een ex-post taxatie gemaakt van de daadwerkelijk onrendabele top. Is de onrendabele top kleiner dan aanvankelijk vastgesteld, dan moet de compensatie worden terugbetaald.

Nadeelcompensatie

Decentrale overheden kunnen bedrijven schadevergoeding geven als zij nadeel hebben geleden bij rechtmatig overheidsoptreden. Enkele voorbeelden van een situatie waarin het compenseren van nadeel aan de orde kan zijn, zijn bedrijfsverplaatsingen, onteigening, aanleg van (openbare) infrastructuur, waardoor bedrijven tijdelijk niet bereikbaar zijn en planologische wijzigingen. Nadeelcompensatie kwalificeert in de regel niet als staatssteun, omdat een (schade)vergoeding doorgaans geen voordeel voor de betrokken onderneming met zich meebrengt. Hiervoor gelden een aantal voorwaarden.

Voorwaarden nadeelcompensatie

Er moet een wettelijke grondslag voor schadevergoeding zijn en de decentrale overheid vergoedt slechts de werkelijk geleden schade. De schade kan alleen gecompenseerd worden als deze niet behoort tot het normale ondernemingsrisico en de onderneming buiten haar schuld onevenredig zwaar is getroffen. Een onafhankelijke taxateur zal de waarde van de schade vast moeten stellen. Ook moet de compensatie aantoonbaar marktconform zijn. Levert de compensatie toch voordeel op, of is het hoger dan de gebruikelijke schadevergoeding (overcompensatie), kan er wel sprake zijn van staatssteun. Brengt de gebeurtenis die de schade veroorzaakt een voordeel voor de onderneming met zich mee, dan moet dit voordeel verrekend worden met de schadevergoeding.

Staatssteunproof

Aan de hand van de volgende stappen kunnen decentrale overheden controleren of er sprake is van nadeelcompensatie die ‘staatssteunproof’ is:

  1. Heeft de schadeloosstelling een wettelijke grondslag? Kan schadeloosheid geschieden op basis van bijvoorbeeld de WRO, Onteigeningswet, Boswet, Waterwet, Circulaire Schadevergoedingen, Wet Milieubeheer of regelingen/beleidsregels van bestuursorganen?
  2. Is er een causaal verband tussen de overheidshandeling en de schade?
  3. Vloeit er geen voordeel uit voort voor de ondernemer?
  4. Is de hoogte van de schade door een onafhankelijke taxateur bepaald en kan staatssteun worden uitgesloten?

Indien alle vragen met ‘ja’ beantwoord kunnen worden, dan behelst de nadeelcompensatie geen staatssteun. Mocht dit niet het geval zijn, dan is er wel sprake van staatssteun en dient deze gemeld te worden. Een uitgebreide uiteenzetting van bovengenoemde criteria is te vinden in de Handreiking Nadeelcompensatie en Staatssteun en in het het Stroomschema Nadeelcompensatie en Staatssteun.