De vluchtelingencrisis en de toestroom van immigranten heeft zijn uitwerking gehad op het beleid van decentrale overheden. Het Rijk heeft gemeenten en provincies een rol toegewezen bij de zorg voor de huisvesting en integratie van vluchtelingen. Gemeenten zijn bijvoorbeeld eindverantwoordelijk voor het voorzien van adequate huisvesting. Bij huisvesting en de integratie van statushouders kunnen de staatssteun– en aanbestedingsregels ook een rol van betekenis spelen. Op deze pagina leest u meer over staatssteun en migratie.
Huisvesten van arbeidsmigranten
De huisvesting voor statushouders dient gerealiseerd te worden door gemeenten. Om dit te realiseren, kunnen gemeenten bijvoorbeeld over gaan tot het plaatsen van wooncabines, het verkopen van (ongebruikt) onroerend goed aan een marktpartij of het verschaffen van subsidie en/of een lening aan woningcorporaties. Bij het verkopen en aankopen van onroerend goed en het verstrekken van subsidies en/of leningen aan marktpartijen spelen de staatssteunregels een belangrijke rol. Er kan namelijk sprake zijn van het verschaffen van een selectief voordeel aan marktpartijen. Dit zou mogelijk in strijd kunnen zijn met artikel 107 lid 1 VWEU.
Steun aan private partijen of woningcorporaties kan (verboden) staatssteunelementen bevatten. Vooral bij steun aan woningbouwcorporaties is voorzichtigheid geboden. Het is daarom verstandig vooraf een staatssteunanalyse te maken. Meer informatie over het verstrekken van staatssteun een woningcorporaties vindt u hier.
Integratie & Sociale inclusie immigranten
De staatssteunregels kunnen ook een rol van betekenis spelen wanneer decentrale overheden betrokken zijn bij (beleids)doelstellingen en projecten om de integratie en sociale inclusie van immigranten te stimuleren. Zo kunnen subsidies en leningen verstrekt worden. Wederom kan het financieren van dergelijke activiteiten binnen de kaders van het staatssteunverbod vallen, indien een selectief voordeel toegekend wordt aan bepaalde een marktpartij. Ook in dit soort gevallen dient men rekening te houden met de staatssteunregels.
Vrijstellingsmogelijkheden
Indien gebruik kan worden gemaakt van een vrijstelling, hoeft de staatssteun niet van te voren aangemeld te worden bij de Europese Commissie. De volgende vrijstellingsmogelijkheden kunnen van toepassing zijn in het kader van migratie:
- Reguliere de-minimisverordening: Op grond van deze verordening kunnen overheden, dus ook decentrale overheden, over een periode van drie belastingjaren tot maximaal € 200.000,- aan steun verlenen aan een onderneming.
- Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB): Decentrale overheden mogen DAEB beleggen bij een onderneming, als de markt de diensten onvoldoende oppakt of deze niet tegen maatschappelijk aanvaardbare voorwaarden verricht. Meer informatie over de DAEB voor woningcorporaties vindt u hier.
- Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV): Decentrale overheden mogen onder bepaalde voorwaarden staatssteun verlenen aan ondernemingen ter bevordering van opleiding. Dergelijke steun dienen decentrale overheden dienen slechts kennis te geven.